print

Jongeren die van het Praktijkonderwijs of van het Voortgezet Speciaal Onderwijs afkomen, vinden niet zomaar hun weg op de arbeidsmarkt. Er zijn allerlei regelingen en subsidies om hen te ondersteunen, maar die werken alleen als de jongeren in beeld zijn, bij de gemeenten, bij het UWV en bij de scholen. Dat is lang niet altijd het geval.

Probleem
Laatst bijgewerkt: 10 maart 2016
interview

'Degenen die hulp nodig hebben, vallen als eerste buiten de boot'

Jan van den Oever, stagedocent praktijkonderwijs: 'Wat mij betreft is het doelgroepregister een aandachtspunt. De jongere moet daar in staan om in aanmerking te komen voor de extra banen. In het begin was het heel moeilijk om in dat register te worden opgenomen. Onze leerlingen van het Praktijkonderwijs kwamen er al helemaal niet in. Afgelopen jaar is geregeld dat ze er wel in komen, maar dat de leerling dit zelf moet vragen bij het UWV. Op dit moment wordt te veel van het eigen initiatief en de zelfredzaamheid van Pro-leerlingen gevraagd. Zij moeten sollicitatiebrieven schrijven, dingen opzoeken op internet, zich ergens melden, zelf iets regelen. Het lijkt niet meegenomen in de plannen dat leerlingen van het Praktijkonderwijs dit vaak niet doen. In het hele verhaal mis ik dat er iemand voor ze moet zijn. Iemand die ze hierin begeleidt.'

interview

'Er is nauwelijks zicht op wie er onder het doelgroepregister vallen'

Patrick van der Sluijs, gemeenteambtenaar Uden: 'Naast al deze jongeren die bij de gemeente aankloppen, is er ook een groep die we niet in beeld hebben. Dat zijn vroegtijdige schoolverlaters zonder netwerk. Jongeren die hun eigen weg zijn gegaan - luchthappers - zoals thuiszitters, jongeren die met Justitie in aanraking zijn gekomen, jongeren die naar hun land van herkomst zijn teruggegaan, maar ook jongeren die van de radar zijn verdwenen. Met deze jongeren komen we vaak pas in contact als het echt uit de hand loopt. Ik denk daarbij aan de wijkagent of wanneer het gezin ondersteuning vanuit de Wmo krijgt.'

interview

'Het zal moeilijker worden leerlingen aan werk te helpen'

Annet Wiersema, stagedocent VSO-school De Ambelt in Zwolle: 'Sommige van onze leerlingen zijn 16 jaar als ze van school komen. Door het mbo en hbo worden ze geweigerd. Vervolgens moeten deze leerlingen richting arbeid, maar hier zijn ze niet voor getraind. Er is ook geen goede nazorg meer vanuit De Ambelt. Dit gecombineerd met geen uitkering, geen contact met hulpverlening of enige vorm van begeleiding kan ervoor zorgen dat deze leerlingen thuis komen te zitten. [...] De gemeente zou deze leerlingen eigenlijk al vanaf 16 jaar in beeld moeten hebben en gezamenlijk met de school een traject moeten uitzetten. Maar wat kan een gemeente met een zestienjarige? De gemeente doet daar niets mee.'

interview

'Niet voor elke jongere bestaat er een oplossing die bij hem of haar past'

Hanneke van der Meer, beleidsadviseur bij de gemeente Haarlem: 'Jongeren op praktijkscholen zijn heel verschillend. Daarvoor moet maatwerk geleverd worden. Maar dat geldt natuurlijk ook voor deze jongeren als ze niet meer op school zitten. En die hebben we niet allemaal in beeld. Zo hebben we geen beeld van zorgmijdende jongeren. Ook jongeren in detentie of verslaafde jongeren zijn groepen waarover we zorgen hebben. Daarnaast zijn er jongeren die geheel door hun ouders worden onderhouden. Hoeveel dat er zijn weten we niet exact.'

interview

'De gemeente kan ze niet onderbrengen'

Aernoud Hoogendijk, locatiedirecteur van het VSO in Meppel en Steenwijk: 'Waar een leerling die dat nodig had vroeger naar de Wajong ging, komt deze nu in een doelgroepregister terecht. Je weet dan alleen dus niet in welke mate dat opgepakt wordt. Dat regel je individueel met de gemeenten. Dan geven we aan dat we een bepaalde leerling hebben, en wat de gemeente kan doen om hem of haar naar werk te helpen. We hebben de afgelopen jaren meegemaakt dat leerlingen die we hadden aangedragen, nog een hele tijd thuis zaten. De gemeente kon ze niet onderbrengen. Of gemeenten hebben nog geen plek, of nog niet het netwerk om dat goed vorm te geven.'

interview

Deze jongeren willen wel degelijk werken'

M. Hellingman en F. de Koning, nazorgcoordinator en stagebegeleider: 'Een ander aandachtspunt is: na het verlaten van school is er vaak geen sprake meer van monitoring. Hulpverlening stopt of stagneert waardoor verstorende problematieken invloed hebben op de uitoefening van arbeid of het behouden van arbeid.'

interview

'Je moet uitvinden waar een jongere passie voor heeft'

Medewerker jongerenloket Rotterdam (anoniem): 'Er zijn nog steeds kwetsbare jongeren die onder de radar blijven, die vaak thuis zitten bij ouders. Zij weten vaak niet wat voor mogelijkheden qua hulp er bestaan voor hen. Het is voor de gemeente niet haalbaar  en niet wenselijk om al deze jongeren actief te benaderen, de motivatie moet bij hen zelf liggen. Hier ligt bovendien ook een belangrijke verantwoordelijkheid voor de jongere zelf. Sommige jongeren kiezen er ook voor om geen actie te ondernemen: jonge meiden zonder diploma of werk met kinderen, die er nu voor kiezen om gewoon moeder te zijn. De bestaanszekerheid is echter niet altijd duurzaam voor hen, maar dit blijft een eigen keuze.’

Foto: Joop Plukaard