Een groep PvdA-leden volgde jongeren die net van het praktijkonderwijs kwamen en ambtenaren en werkgevers daaromheen. Matthijs Wijga en Sid Morsink spraken met een ambtenaar van het jongerenloket Rotterdam.
‘Het Jongerenloket is er voor kwetsbare jongeren tussen de 16 en 27 jaar die veelal geen (volledig) diploma of werk hebben. Het jongerenloket is dé ingang voor alle (hulp)vragen van deze jongeren. Het brengt de dienstverlening van de gemeente samen. Het Jongerenloket helpt hen sociaaleconomisch zelfstandig te worden. Dat kan op twee manieren: het liefst via scholing met uitzicht op een basiskwalificatie of diploma, maar er is ook een groep jongeren die beter af is met meteen werk.
De hulpvraag van de jongeren is vaak hoe zij een inkomen kunnen realiseren. Soms speelt er ook een zorgvraagstuk doorheen en moet iemand eerst in staat worden gesteld om te leren of te werken. Er bestaan ook programma’s om jongeren eerst te motiveren om te gaan leren of werken door middel van ‘empowerment’: het begeleiden bij het vinden van iemands passie en interesses.
Er komen op jaarbasis 7500 jongeren naar het Jongerenloket. Een deel hiervan heeft een concrete vraag die beantwoord kan worden. Een ander deel zoekt werk en kan meteen doorverwezen worden naar het werkgevers servicepunt. Een derde deel heeft een meervoudige hulpvraag en gaat een begeleidingstraject in, dit zijn ongeveer 2500 jongeren per jaar. De doorlooptijd van dit traject is gemiddeld een jaar. Ongeveer 30% van de jongeren in dit traject valt uit na een eerste gesprek.’
Wat doet de gemeente om jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk te helpen? Op welke manier heeft u bijvoorbeeld contacten met Praktijkscholen en werkgevers?
‘De gemeente maakt geen banen, maar verbetert de match tussen scholen en de werkgevers. Van oudsher valt er een gat tussen onderwijs en de arbeidsmarkt, de gemeente stimuleert het gesprek om onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar aan te laten sluiten. De gemeente heeft pas met een aantal Rotterdamse bedrijven een Jongerenakkoord afgesloten. Met dit jongerenakkoord zijn met verschillende scholen en grote werkgevers binnen Rotterdam, bijvoorbeeld Hilton, Hago Zorg en Erasmus MC, afspraken gemaakt om kwetsbare jongeren al gedurende hun opleiding stage te laten lopen binnen hun bedrijf.
Daarnaast loopt er ook een programma rondom de garantiebanen. Beiden vallen echter niet binnen de taak van het Jongerenloket.Kwetsbare jongeren hebben na hun opleiding nog veel structuur nodig om aan het werk te gaan. Ze moeten leren om op tijd te komen en verzorgd voor de dag te komen. Door stage te lopen verloopt de overgang van school naar arbeidsmarkt vloeiender.
Alle beschikbare arbeidsplaatsen zijn bijeen gebracht in het werkgevers servicepunt, zowel voor jongeren met volledige arbeidscapaciteit als voor jongeren met een arbeidsbeperking. Werkgevers hebben ook van tevoren al contact met opleidingen en praktijkscholen om jongeren in een vroeg stadium voor te kunnen bereiden op het werk wat ze gaan doen.
Het Jongerenloket benadert praktijkscholen proactief. Op deze scholen is het aandeel kwetsbare jongeren groot, zij hebben vaak een arbeidsbeperking en hebben begeleiding nodig vanuit het onderwijs naar de arbeidsmarkt. Het is een groot risico om hen koud uit je handen te laten vallen.
Jongerencoaches van het Jongerenloket hebben overleg met mentoren en directeuren van praktijkscholen. Er wordt geïnventariseerd wat de arbeidscapaciteiten van de jongere zijn en of er nog eventuele zorgvraagstukken bestaan. Er wordt vervolgens gekeken (en indien nodig actie ondernomen) of doorleren, bijscholing of meteen aan het werk gaan het meest passend is voor de jongere. Tussen verschillende jongeren op de praktijkscholen bestaat een grote diversiteit in capaciteiten en beperkingen.
Ook de gemeente heeft vanuit de Participatiewet een verplichting om werkplekken voor kwetsbare jongeren te creëren in de eigen organisatie. We hebben daar een voorbeeldfunctie in. Momenteel wordt er gewerkt aan een plan om deze plekken te realiseren voor de periode 2017-2024. De opdracht is echter complex omdat we als overheid te maken hebben met een stapeling van opdrachten ten aanzien van garantiebanen en sociale arbeidsplaatsen. Jongeren hebben een voorkeur voor waar zij terechtkomen en hoe hun baan of dagbesteding eruit ziet (status). De gemeente realiseert zelf ook stageplaatsen en dagbestedingsplekken in huis voor kwetsbare jongeren.’
Bent u tevreden met de manier waarop de begeleiding naar werk voor jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt georganiseerd is?
‘Ja, maar er is wel wat te verbeteren. Er is veel gewerkt aan de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt. De scholen komen echt in beweging, maar vanuit de traditie beperken zij zich tot alleen het onderwijs.
Daarnaast is er erg veel aanbod wat jongeren zoal kunnen gaan doen als zij om hulp vragen bij het Jongerenloket. Er zijn inmiddels vele initiatieven voor opleidingen en arbeidsplekken. Het is mijn droom om al deze initiatieven voor de jongerencoach en de jongere zelf, inzichtelijk te maken. Er is een grote variëteit aan jongeren en aan mogelijkheden, er is voor ieder wat wils. Door al de mogelijkheden te visualiseren in een ‘routeplanner’, in plaats van alleen woordelijk aan de jongere voor te leggen, zou de jongere een betere eigen keuze moeten kunnen maken. Vanuit de filosofie van de zelfredzaamheid zou de regie volledig bij de jongere moeten liggen. Met een beter hulpmiddel, is de jongere meer zelf aan zet. Je moet het vonkje vinden waar een jongere passie voor heeft.
Ook zou een langere follow-up van jongeren een punt van verbetering zijn. Zodra een jongere een baan of opleiding volgt wordt hij ‘over gedragen’ aan de school of werkgever. De scholen hebben vaak eigen begeleiders in dienst die de jongeren begeleiden bij hun opleiding. Deze functie, laat staan expertise, ontbreekt vaak bij de werkgevers. Sommige grote werkgevers hebben nog wel ervaring met het ondersteunen en begeleiden van deze jongeren, in tegenstelling tot het MKB. Voor kwetsbare jongeren is het belangrijk om een stabiele factor in het traject te hebben. Er loopt een programma waarin jongeren aan een mentor gekoppeld worden die langdurig begeleidt.
Ten slotte wordt er door de gemeente geïnvesteerd in een professioneel netwerk rondom de jongere, waaraan overheid, werkgever en zorgverleners deelnemen, gericht op een duurzame toekomst. De verschillende partijen zijn in dit netwerk momenteel nog traditioneel in de hiërarchie georganiseerd. Er is leiderschap nodig om organisatie overstijgend te gaan denken.
Er zijn nog steeds kwetsbare jongeren die onder de radar blijven, die vaak thuis zitten bij ouders. Zij weten vaak niet wat voor mogelijkheden qua hulp er bestaan voor hen. Het is voor de gemeente niet haalbaar en niet wensbaar om al deze jongeren actief te benaderen, de motivatie moet bij hen zelf liggen. Hier ligt bovendien ook een belangrijke verantwoordelijkheid bij de jongere zelf. Sommige jongeren kiezen er ook voor om geen actie te ondernemen: jonge meiden zonder diploma of werk met kinderen, die er nu voor kiezen om gewoon moeder te zijn. De bestaanszekerheid is echter niet altijd duurzaam voor hen, maar dit blijft een eigen keuze.’