Een groep PvdA-leden volgde jongeren die net van het praktijkonderwijs kwamen. Vonden zij werk? Pieter van Etten van de afdeling Uden sprak over deze jongeren met Edgar Jansen, bedrijfsleider bij Kaal Masten in Oss.
'Ik werk al 20 jaar bij Kaal Masten in diverse functies. Lang heb ik gewerkt als productieleider, maar sinds januari 2015 ben ik verantwoordelijk voor de verkoop en projectleiding. Kaal Masten heeft zich gespecialiseerd in het ontwerp, de onwikkeling en de productie van stalen masten in allerlei soorten en maten en uitvoeringen, zoals verlichting, camera’s, reclamemasten, zendmasten en stadions. Onze opdrachtgevers zijn vaak gemeenten, maar ook de provincie, particulieren en bedrijven. Kaal Masten heeft ruim 100 medewerkers, die zitten op één locatie in Oss. Daarvan zijn er dik 70 werkzaam in de productie. Daarnaast hebben we nog een verkoopkantoor in Oostenrijk.
Kaal Masten voelt zich enorm betrokken bij de gemeenschap waar ze gevestigd is, Oss. Daarnaast merken we dat er gebrek is aan goed opgeleide jongens en meisjes binnen de techniek. Al wel 15 jaar geleden hebben wij samen met de toenmalige directie van praktijkschool De Singel het KIM-project bedacht: Kinderen In Metaal. Daarin wilden we jongeren op een speelse manier laten ruiken aan het vak metaal. En daar hebben we hele positieve ervaringen aan over gehouden. De jongeren van De Singel bleken weliswaar kwetsbaar, maar ook heel enthousiast, gemotiveerd, bereid om te leren. Bij een goede begeleiding voelen ze de erkenning voor wie en wat ze zijn.
In al de jaren dat we nu met praktijkschool De Singel samenwerken is het slechts een keer voorgekomen dat we een jongen niet konden plaatsen. Als je weet dat we elk jaar 8 tot 10 stageplaatsen hebben, spreken we dus over niks. Ons motto is: niet kunnen is geen probleem, als je niet wilt hebben we een gesprek.
Het eerste contact met de leerlingen is de snuffelstage. Elke dinsdag zijn er tussen de 3 en de 6 leerlingen van de Singel bij ons, die onder leiding van een docent komen ruiken aan wat wij bij Kaal Masten zoal doen. Op het eind van het jaar komen al die leerlingen samen in de vergaderruimte om te vertellen wat ze ervan hebben gevonden, en of ze verder willen in de metaal. Van de ongeveer 15 leerlingen zijn er altijd wel 1 of 2 bij die verder willen in de metaal. Dan komen ze voor een stage van 3 dagen per week, en maken ze echt kennis met het bedrijf.
We weten dat de jongens het op theoretisch gebied niet makkelijk hebben, maar praktisch kunnen we ze zeker een niveau hoger brengen. Het praktijkgedeelte van de opleiding voor lasser of heftruckchauffeur op niveau 2, 3 of 4 blijkt nauwelijks problemen op te leveren. Op die manier kunnen deze jongeren weliswaar niet het diploma, maar wel de praktijkverklaring krijgen. En daar kunnen ze als volwaardig vakman goed mee vooruit. We hebben binnen het bedrijf 2 medewerkers die gecertificeerd zijn als praktijkbegeleider.
De begeleiding die we op deze manier verzorgen, levert Kaal Masten ook iets op. Allereerst willen we in het kader van sociaal ondernemen ook iets terug doen aan Oss en omgeving. Daarnaast zijn we niet altijd tevreden over de opleiding die leerlingen in het beroepsonderwijs krijgen. Het is daarom ook in ons belang dat we zelf goede vaklui opleiden.
Van de 70 productie-medewerkers hebben er 8 hun roots op praktijkschool De Singel liggen
Tot slot hebben we op deze manier medewerkers die echt goed passen binnen ons bedrijf. We hebben ook verschillende mensen in dienst die via deze stages en opleidingen bij ons zijn blijven werken. De oudste – hij is nu inmiddels rond de 40 jaar oud – heeft zich vanuit de stage ontwikkeld tot een vakman op het gebied van lassen, waar maar weinig mensen aan kunnen tippen. Van de 70 productie-medewerkers hebben er 8 hun roots op praktijkschool De Singel liggen.
Bij Kaal Masten geven we de voorkeur aan een vast dienstverband, meestal na een jaar tijdelijk. Na een goede stage is een langere proeftijd niet nodig. Wij hebben zelf ook baat bij een langdurige relatie met onze medewerkers.
De leerlingen die vanuit De Singel bij ons hun carriére opbouwen, hebben bij ons geen achterstand als ze op het goede niveau werken. De Singel-medewerker is voor ons een gewone medewerker. Hun mogelijkheden passen prima binnen ons bedrijf. We zijn niet uit op extra regelingen en tegmoetkomingen. Als ze een zeer ingewikkelde tekening moeten lezen, moeten we ze misschien een kwartiertje bijpraten. Maar doordat ze zo bereid zijn om te leren, ervaren wij op geen enkel vlak - zeker als ze al wat ouder zijn – nog enig verschil.
De jongens van De Singel op de productieafdeling verdienen een goed inkomen en kunnen een goed bestaan opbouwen. En daar zijn ze terecht blij mee, trots op. Ze voelen de geborgenheid en zijn erkentelijk dat ze bij Kaal Masten die plek gevonden hebben. Die gaan bij ons hun pensioen halen. En daar zijn wij ook blij mee.
Ik maak me wel zorgen over de aansluiting tussen De Singel en het verdere onderwijs. Op De Singel is de hele begeleiding afgestemd op het praktijkonderwijs. Als een leerling klaar is op De Singel en doorstroomt naar bijvoorbeeld het ROC wordt de begeleiding meteen veel minder. Daar is klaarblijkelijk geen tijd en geen budget voor de nodige intensieve begeleiding.
Een ander zorgpunt is het feit dat er op MBO-niveau zo weinig jongeren voor techniek kiezen. Als wij een vacature uitzetten voor MTS-niveau metaal, kun je wachten tot je een ons weegt.
De stempel praktijkonderwijs moet van deze mensen af
Ik denk dat iemand die van de school voor praktijkonderwijs komt en de wil heeft, de mentaliteit en – niet onbelangrijk – de steun van thuis, op den duur een betere boterham zal kunnen verdienen dan iemand die hoger opgeleid is, maar de juiste mentalteit mist. De stempel praktijkonderwijs moet van deze mensen af. Ze passen binnen ons bedrijf bijvoorbeeld niet in het plaatje van de 125.000 garantiebanen die door de staatssecretaris worden genoemd. Ook daar leveren we onze bijdrage wel aan, maar niet vanwege hun opleiding aan de school voor praktijkonderwijs. Zo werkt binnen ons bedrijf iemand die vanwege ernstige rugproblemen arbeidsongeschikt is verklaard. Ook die heeft een goede plek gevonden waar ze zich thuis kan voelen.
Voor ons is er niet veel veranderd met de invoering van de Participatiewet, maar ik merk wel dat scholen voor praktijkonderwijs steeds meer moeite hebben om stage-plekken te vinden. Kaal Masten wordt daarom vaker gevraagd om een stageplaats te leveren. Wij willen daar graag aan voldoen. De enige vraag die we ons stellen is: hebben we genoeg tijd en genoeg begeleiders in huis om van de stage een succes te maken? Dat betekent dat we feitelijk niet meer dan 3 tot 4 stages tegelijk kunnen realiseren binnen de productie. Een stagair is geen goedkope arbeidskracht die je een bezem geeft en de opdracht geeft om de hal te gaan vegen. Nee, die verdient de aandacht en de begeleiding van de organisatie.
Bij ons zijn de werknemers die van praktijkschool De Singel af komen, gewone werknemers. Sterker nog, een van de oudleerlingen van De Singel is tot lasser niveau 4 vakman opgeklommen en verzorgt binnen ons bedrijf het praktijkgedeelte van de interne opleiding tot lasser. Kaal Masten is er trots op dat we dat waar maken. En ik geloof helemaal niet dat wij de “pareltjes” van de school voor praktijkonderwijs hebben. Ook in de supermarkt en het tuincentrum kunnen deze jongeren helemaal in hun element zijn. Ook daar kunnen ze functioneren als een volwaardige medewerker.
De contacten met De Singel zijn goed. Ze denken mee. Ze zijn eerlijk in de informatie over de leerling. Het goede contact is soms heel praktisch. We kunnen de school ook helpen met bijvoorbeeld het onderhoud van de machines of de aanschaf van veiligheidshelmen. Als de school dat via ons kan doen, is het een stuk goedkoper. Met het ROC is het daarentegen dramatisch. Ik heb het dan vooral over de contacten die niet van de grond komen. Doordat er steeds verschillende contacpersonen zijn kunnen we geen band opbouwen. We hebben nu iemand die overgestapt is van de Entree opleiding op De Singel naar het tweede jaar op het ROC. Het is nu half november en ik heb nog steeds niemand van het ROC gezien.
Persoonlijk heb het liefst zo min mogelijk met het UWV te maken
Met het UWV hebben we alleen te maken als het gaat over reïntegratie. Persoonlijk heb het liefst zo min mogelijk met het UWV te maken. Als dat toch moet laat ik dat het liefst bij de administratieve afdeling liggen. Ik ben slecht in geneuzel en paparassen. Ik ben niet zo gek op allerlei instanties. Dat kan ik misschien het beste vertellen aan de hand van een voorbeeld. Een goede bekende van me werkte al jaren in de metaal toen hij erg ziek werd. Het duurde erg lang – 3,5 tot 4 jaar - alvorens ze de juiste medicijnen in de juiste verhouding en de juiste dosering hadden gevonden. Al die tijd was de man arbeidsongeschikt. Toen de man weer in staat was om het werk geleidelijk te hervatten, wilde het UWV daar niet aan meewerken. De man werkt nu al weer een hele tijd bij ons op de momenten dat hij kan. En dat vinden wij goed zo.
We hebben geen bijzondere dingen nodig. Het komt wel eens voor dat we een werkplek moeten aanpassen. En dan doen we dat. Dat hoort bij goed personeelsbeleid. We zorgen immers ook voor goede – eventueel aangepaste – bureaustoelen. De mensen zijn ons kapitaal. Daar moeten we goed voor zorgen. Wij maken steeds andere en nieuwe producten. Daarom willen we ons bedrijf niet volledig automatiseren, dus hebben we op elk niveau mensenhanden nodig. Mensen die gelukkig worden van het werk dat ze moeten doen. En op die mensen willen we zuinig zijn. Tevreden medewerkers betekent uiteindelijk meer rendement, meer winst.
Ik wil nog wel aandacht vragen voor het vervolgtraject. Als leerlingen van De Singel afkomen zijn ze er nog niet. Als leerlingen na de school voor praktijkonderwijs zich nog verder kunnen en willen ontwikkelen, zijn ze op het ROC in mijn ogen niet op de goede plek. Deze vervolgopleiding wordt afgerekend op resultaten en zit niet de wachten op deze “minkukels” om het maar eens plat te zeggen. Ze hebben er klaarblijkelijk geen belang bij om leerlingen van het praktijkonderwijs binnen te halen. En dat vind ik een ernstige constatering. Het ROC wordt klaarblijkelijk door de overheid niet gefaciliteerd om deze kinderen extra te begeleiden, waardoor zij die mensen niet de kans geven om hun plafond te bereiken.
Dit is een van de redenen waarom we onze opleidingen graag zelf verzorgen. Maar ook wij kennen onze grenzen. Wij kunnen de jongeren van De Singel voor wat betreft het praktijkgedeelte wel naar een volwassen vakmanschap brengen. Maar met betrekking tot het theoretisch deel voorzie ik een probleem. Deze mensen moeten toch ook een brief kunnen lezen, een abonnement kunnen afsluiten. En daarvoor hebben wij de mankracht niet in huis. Dat is niet zo zeer een probleem voor Kaal Masten, maar wel voor de mensen zelf. De meeste leerlingen van De Singel zijn helemaal tevreden met wat ze op de school voor praktijkonderwijs hebben geleerd. Een enkeling zou nog meer kunnen. Voor hen vind ik het best wel verdrietig dat dat niet lukt.'