print
interview

Een groep PvdA-leden volgde in 2015 een groep jongeren die net van het praktijkonderwijs kwam. Vonden zij werk? Erica Bastiaans en Bas Sepers spraken met bakker Bert Spenkelink uit Heemstede, die regelmatig werk biedt aan deze jongeren.

Bert Spenkelink
eigenaar van een bakkerszaak in het centrum van Heemstede
01 januari 2015

'In het algemeen krijg ik de producten halfgebakken aangeleverd. Na afbakken liggen deze in de winkel uitgestald om verkocht te worden aan de consument. Als je moeite hebt met vroeg opstaan moet je geen bakker worden. Doordeweeks sta ik rond drie uur, halfvier op en op zaterdag om twee uur. Ik woon niet boven de zaak, maar in Diemen. Gelukkig heb ik op de momenten dat ik naar Heemstede moet rijden geen last van files!'

Bert Spenkelink is niet altijd bakker geweest. Na eerst bedrijfsleider geweest te zijn bij een supermarktketen heeft hij 14 jaar een eigen supermarkt gehad. Nu is hij alweer ruim tien jaar bakker. Hij is als franchisenemer zelfstandig ondernemer. Hij heeft indertijd de stap van het werknemerschap naar het zelfstandig ondernemerschap als een enorme overgang ervaren. Als (kleine) ondernemer ben je in feite 24 uur per dag en zeven dagen per week op de één of andere manier bezig met je bedrijf.

Bert Spenkelink heeft negen mensen op de loonlijst staan waarvan de meesten in deeltijd werken. Eén van hen heeft een vast contract.

Participatiewet

De invoering van de Participatiewet is voor Bert geen beslissend moment geweest voor het aannemen van werknemers die meer dan gemiddeld begeleiding nodig hebben. Al vanaf de tijd dat hij bedrijfsleider bij de supermarktketen was, heeft hij altijd graag kansen geboden aan jongeren die niet zo gemakkelijk aan een baan kunnen komen. Hij heeft daar wisselende ervaringen mee opgedaan. Er waren zowel successen als mislukkingen. En wat belangrijk blijft: het moet economisch ook wel kunnen.

Bert vertelt met trots over een jongen die bij hem in de supermarkt kwam werken als vakkenvuller. Deze jongen was in het verleden heel erg gepest geweest, en oogde aanvankelijk niet als een actieve en alerte medewerker. Toch heeft Bert hem aangenomen en deze jongen heeft na een inwerkperiode vier jaar lang met succes bij de groenteafdeling gewerkt. Na die vier jaar heeft die jongen zelf een groentezaak gekocht en is zelfstandig ondernemer geworden.

Met een zekere regelmaat heeft Bert contact met een Praktijkschool in de buurt over het bieden van stagemogelijkheden. Er komen dan ook regelmatig stagiair(e)s over de vloer en als het klikt komen daar ook regelmatig (flexibele) contracten uit voort. Ook voor de maatschappelijke stages van een andere middelbare school biedt Bert plekken aan.

Min of meer bij toeval kwam hij in contact met Gerda (pseudoniem). Gerda is afkomstig van een praktijkschool. Na een proefperiode bood Bert haar in november 2015 een halfjaarcontract aan voor 14 uur per week. De rest van de tijd gaat zij nog naar school tot het moment dat zij 18 jaar wordt. Gerda maakt de broodjes gezond klaar, vult de vitrines bij, legt croissantjes op de plaat om af te bakken en helpt met het schoonhouden van de winkel.

In het algemeen is Bert behoorlijk te spreken over Gerda maar het werken met de kassa lukt nog niet goed. Dat is een belangrijke belemmering voor het werken in een (bakkers)winkel. Samen met een andere werkneemster traint Bert haar om met de kassa te werken, via een rollenspel. Bert speelt dan een klant, stelt vragen en rekent af. Gerda moet de juiste hoeveelheid geld teruggeven. Dit verloopt nog moeizaam. Hij wil graag met haar verder, maar dan moet die training wel tot merkbare resultaten leiden. Anders gaat dat niet lukken.

Contacten met UWV, gemeente en collega-ondernemers

Twee jaar geleden is Bert Spenkelink lid geworden van de winkeliersvereniging, vanwege de komst van veel concurrentie in het winkelgebied. Deze vereniging geeft geen ondersteuning op het gebied van de Participatiewet.

Bert heeft zich nimmer bekommerd over de vraag of er wellicht overheidsregelingen op hem van toepassing waren bij het aannemen en begeleiden van jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hij heeft op eigen doft gehandeld. Hij is niet bekend met regelingen voor loonkostensubsidies.

Van de instanties heeft hij een verre van positief beeld. Met name het UWV bezorgde hem in de tijd dat hij daarmee te maken had – toen kampte hij met maar liefst vijf langdurig zieken - diverse hoofdbrekens. Van het Werkgeversservicepunt heeft Bert nog nooit gehoord. En ook over de (nieuwe) rol van de gemeente is hem nauwelijks iets bekend.

Gerda wordt nu weliswaar begeleid door een adviseur van een bemiddelingsbedrijf (op projectbasis gefinancierd door de gemeente), maar wat er in dat kader nu wel en niet precies kan is hem niet geheel duidelijk.

Desgevraagd zou hij graag zien dat er ruime mogelijkheden komen voor een zeer gerichte training op het punt waarop Gerda zich moet verbeteren: het werken met de kassa. Hij kan dat zelf niet helemaal voor zijn rekening nemen. Hij heeft dus geen behoefte aan algemene cursussen, maar aan begeleiding die zeer specifiek gericht is op de vaardigheden die nodig zijn op de werkplek.

Hoe betrokken Bert bij zijn winkel en zijn medewerkers is, blijkt ook tijdens het gesprek. We zitten in de ruimte achter de winkel, Bert met zijn blik naar de winkel gericht. Terwijl hij vertelt, houdt hij ondertussen alles goed in de gaten en geeft wat kleine aanwijzingen. Tompouces mogen in de koelkast. Naar een bepaald soort brood is vandaag veel vraag. Ondertussen krijgen wij koffie met een heerlijke, verse croissant uit de winkel.

 

Interview afgenomen op donderdag 21 januari 2016 door Erica Bastiaans en Bas Sepers (PvdA-afdeling Haarlem)
Foto: Werry Crone