print
De zorg die de gemeente aan haar burgers geeft, is geregeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Zwaardere, langdurige zorg wordt geregeld in de Wet langdurige zorg (Wlz), en wordt geleverd via de zorgverzekeraars (via de diverse zorgkantoren). Op papier is het onderscheid helder, maar in het dagelijks leven van mensen van vlees en bloed is dat niet altijd het geval.
Probleem
Laatst bijgewerkt: 03 maart 2015
- De Wlz en Wmo gaan uit van een andere logica: de een weegt de omgeving niet mee bij het bepalen van de zorgbehoefte, de ander wel. Wlz-zorg is een 'recht' op zorg dat wordt vastgesteld op basis van harde (objectiveerbare) criteria, Wmo-zorg is een voorziening die gemeenten regelen (en die per gemeente kan verschillen).
- Veel thuis wonende ouderen gaan op een gegeven moment over van Wmo-zorg naar Wlz-zorg, bijvoorbeeld als hun gezondheid dusdanig verslechtert dat ze permanent zorg en ondersteuning nodig hebben. Op dat moment botsen de sytemen van Wmo en Wlz soms. Het kan dan bijvoorbeeld gebeuren dat thuiswonende ouderen minder zorg krijgen, terwijl hun gezondheidssituatie juist verslechtert.
- Soms vallen mensen tussen wal en schip, tussen Wmo en Wlz. Bijvoorbeeld jongeren die continue zorg nodig hebben (zoals begeleid wonen), maar waarvan niet zeker is dat ze de rest van hun leven die intensieve zorg nodig zullen hebben. Deze jongeren krijgen geen indicatie voor Wlz-zorg. Ze moeten eerst proberen het te redden met Wmo-zorg, dus zorg van de gemeenten. Maar lang niet alle gemeenten zijn erop berekend deze jongeren intensieve zorg en begeleiding te bieden.
interview
'Alleen de wetgeving opnieuw aanpassen lost de problemen niet op'
Foto: TINEKE