Madelief Maat redt zich heel goed alleen in haar seniorenflat in Den Haag. 'Ik hoop wel echt dat ik nooit naar een verzorgingstehuis hoef. Vooral het gebrek aan privacy lijkt me verschrikkelijk.'
'Ik woon in een seniorenflat in Den Haag, met prachtig uitzicht. Ik heb een dochter, zij woont in Amsterdam. Ze heeft het druk zoals dat hoort, ze is mediastyliste. Ik heb zelf de verpleegstersopleiding gedaan in Leiden, in het oude diakonessetehuis dat aan de singel stond, tegenover de kazerne.
Ik ben twaalf jaar getrouwd geweest. Mijn ex-man studeerde scheikunde in Leiden toen we trouwden. Ik was eigenlijk te jong β ik was zeventien toen ik hem leerde kennen. Ik was toen met mijn opleiding bezig, hij met zijn studie. We zaten allebei in een bepaald ritme, maar toen dat achter de rug was - hij promoveerde β ben ik weggegaan. Ik ben daarna nooit meer getrouwd geweest. Maar je weet nooit, het kan tot je tachtigste.
De vader van mijn dochter was een Bengaal, uit Bangladesh. Ik heb daar ook nog een jaar gewoond, maar ik kreeg geelzucht en ben daar toen heel erg ziek geweest. Mijn dochter kreeg er ook nog eens dysenterie. Dus toen ben ik met haar weer naar Nederland gegaan. Ik zou weer naar Bangladesh gaan als ik beter was. Maar ik was zo ziek. Ik heb drie maanden op de intensive care gelegen. Dus daarna raadde iedereen me dat ten zeerste af. Dus ik ben toen in Nederland gebleven.
Ik ben nog schoolverpleegkundige geweest, en daarna ben ik in de thuiszorg gaan werken. Daar was op een gegeven moment een afvloeiingsregeling. Ze zeiden dat je daar nu maar beter gebruik van kon maken, dus dat heb ik toen gedaan. Daardoor heb ik nu wel een extraatje op mijn AOW.
Ik heb meer dan genoeg te doen. Ik laat een hondje uit voor een andere vrouw uit de buurt. En dit weekend heb ik ook een hondje te logeren uit de flat. Dus die laat ik iedere dag uit. Verder wandel ik veel. Afgelopen zaterdag ben ik naar Meijendel geweest, morgen ga ik naar Yoga en met een vriendin naar de film. Ik kan overal naartoe fietsen. Een E-bike zou ik niet willen hoor! Die worden gestolen bij het leven. En ik kook nog gewoon zelf. Ik hoop ook dat ik dat allemaal zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven doen. En ik lees erg veel. Als ik om 5 uur 's ochtends wakker wordt dan ga ik lezen want dan kom ik niet meer in slaap. Ik ben een slechte slaapster.
Een nieuwe partner zou me wel leuk lijken, maar ik heb het ontzettend druk. Ik wil me best aanpassen, maar het zou wel bij mijn leven moeten passen. En ik ga niet naar een datingsite. Sommige mensen kunnen slecht alleen zijn en willen gewoon graag samen zijn. Ik zou juist meer hechten aan een goed gesprek, een maatje om ook mee naar de film te gaan of musea te bezoeken.
Toen ik een jaar ziek was mocht ik een jaar lang geen alcohol, koffie, vlees. Sindsdien ben ik vegetarisch. Maar ik eet wel vis! Ik ben erg sceptisch over medicijngebruik, en gebruik zelf ook niets. Omdat ik wat slaapproblemen heb, heb ik wel eens slaappillen geprobeerd. Maar ik schrok zo van de bijsluiter, dat ik ze heb teruggebracht. Sporadisch neem ik een half tabletje. Ik ben nu gezond, er is niets mis met me. In 2000 heb ik nog wel Alopecia totalis gehad, waardoor in drie maanden tijd al mijn haar is uitgevallen. Ik heb nu wel een paar leuke pruikjes, maar in huis zet ik altijd gewoon een leuk sjaaltje of petje op.
Als er kleine klusjes gedaan moeten worden in de flat, dan kan ik bijvoorbeeld naar de Henneberg in Loosduinen bellen. Sommige ouderen drinken er wel eens koffie of eten er. Het is een soort buurthuis, en die hebben een groepje mensen die zich vrijwillig inzetten. Dan komen ze langs om bijvoorbeeld iets aan de muur op te hangen. Eerder heb ik wel eens iets door studenten laten doen. Je zag toen overal advertenties daarvan. Maar ik ben niet echt tevreden over hun schilderwerk.
Mijn administratie hou ik zelf bij. Ik ben een beetje een digibeet. Ik heb wel een laptop maar die moffel ik weg onder een leuk kleedje. Ik lees liever een boek. Soms heb ik wel het idee dat de zorg niet altijd goed verdeeld wordt. Dat de een wel goede zorg krijgt en de andere niet. Of dat iemand die van zichzelf mondig is, of mondige kinderen heeft, makkelijker de nodige zorg krijgt. Maar ik hoop wel echt dat ik nooit naar een verzorgingstehuis hoef. Ik heb het zelf natuurlijk als verpleegkundige gezien. Vooral het gebrek aan privacy lijkt me verschrikkelijk.
Ik maak wel eens zorgen wat er nu gebeurt met al die vluchtelingen. Het is erg dubbel, maar het wordt er niet overal gezelliger op. Ik heb het gevoel dat ik meer op mijn qui-vive moet zijn, dat is niet altijd makkelijk. Maar ze komen natuurlijk ook uit een verschrikkelijke situatie.
In het verkeer gedragen mensen zich steeds lomper. Verder merk ik dat er minder respect voor ouderen is. Ik zag laatst ook weer een oudere man met boodschap naar het zebrapad. βHee ouwe, loop eens door!β werd er naar zijn hoofd geslingerd door een groepje jongens. Ik had het met hem te doen.
Maar ik ben heel positief hoor. Ik neem iedere dag zoals die komt, je weet toch niet wat er zal gebeuren.'