print
interview

Menno Roozendaal is als wethouder verantwoordelijk voor de Wmo in Schijndel. Liefst zou hij willen dat alle middelen voor de zorg bij de gemeente lagen, ook wat nu bij de zorgverzekeraars ligt. Zorg moet dan wel een verzekerd recht blijven.

Menno Roozendaal
Menno Roozendaal (36) is wethouder van de gemeente Schijndel
26 september 2016

'Mijn vader was voor mij wethouder in deze gemeente. Ik ben politiek actief geworden rond mijn twintigste.  Nadat ik lid was van het afdelingsbestuur, ben ik bij de laatste verkiezingen als lijsttrekker op de lijst gekomen. Zodoende ben ik zonder raadservaring – maar met de ervaring van thuis en de professionele ervaring als adviseur van grote organisaties – na de formatie wethouder geworden.

Toen ik de positie van wethouder aanvaardde heb ik een notitie geschreven waarin ik de rode draad van mijn beleid heb aangegeven. Deze heb ik ook met de afdeling besproken. Natuurlijk komt er van alles tussendoor, maar ik wil me steeds sterk blijven maken voor

  • solidariteit met de zwakkeren;
  • behoud van werkgelegenheid;
  • voor iedereen de mogelijkheid om mee te kunnen doen aan alles wat er in Schijndel gebeurt.'

Voert de gemeente een apart beleid voor ouderen?

'De gemeente Schijndel heeft geen 'beleidsnota Ouderen'. Binnen het aandachtsgebied Wmo hebben de ouderen wel een grote invloed. We werken nauw samen met de seniorenraad. Die functioneert gevraagd en ongevraagd als een goede gesprekspartner en adviseur van het college. Onderwerpen als armoedebeleid, zorg, sport, cultuur, groen, verkeer, inrichting van de openbare ruimte en huisvesting bespreken we met deze seniorenraad. Op deze manier is er binnen alle beleidsvelden specifieke aandacht voor ouderen. Binnen dit overleg maken we natuurlijk ook nog onderscheid tussen de vitale ouderen, de actieve ouderen en de kwetsbare ouderen.'

Is er apart beleid op het gebied van bestrijding van eenzaamheid?

'Eenzaamheid komt natuurlijk voor, ook in Schijndel. Vooral bij mensen die veel thuis zijn. Dat kunnen mensen zijn zonder werk, mensen met een handicap en oudere mensen. Uitgeschreven beleid in een beleidsnota is er niet. Wel zijn allerlei concrete activiteiten beschreven.

Enkele voorbeelden daarvan:

  • De gemeente draagt zorg voor mobiliteit, via de regiotaxi, de zorgbus, vrijwilligers.
  • De gemeente faciliteert de KBO (Katholieke Bond voor Ouderen), die allerlei activiteiten organiseert voor de ouderen.
  • De gemeente ondersteunt de welzijnsorganisaties, die individuele vragen uit de samenleving omzet in een collectief aanbod, bijvoorbeeld: - het zoeken van een maatje om eenzame mensen te bezoeken en te ondersteunen; - als in de zomer veel kinderen op vakantie zijn, organiseren de welzijnsorganisaties extra veel activiteiten om het gebrek aan bezoek op te vangen.'

Is er apart beleid op het gebied van woningbouw?

'In onze woonvisie hebben we steeds aandacht voor de specifieke doelgroepen. Dat er voldoende woningen zijn waar ook makkelijk zorg kan worden verleend. Dat woningen 'levensbestendig' zijn. Dat dit soort woningen in de nabijheid van het centrum liggen. Of, voor gezinnen met kinderen, juist dat deze 'buiten' kunnen wonen.​'

Hoe beoordeelt de gemeente wat voor ondersteuning of zorg ouderen nodig hebben in hun dagelijks leven?

'De rol van het toegang verlenen tot de tweedelijns zorg hebben we neergelegd bij de mensen die al actief waren, de zogenaamde wijkteams. De wijkverpleegster, de consulent van MEE, de maatschappelijk werkster en de opbouwwerker hebben als team het mandaat om hulp in te zetten. In principe zit hier geen plafond op. Als hulp nodig is, moet die worden gegeven. Het kan niet zo zijn dat we aan het eind van het jaar bijvoorbeeld rolstoelen gaan weigeren, omdat het geld op is. Financiën mogen geen reden zijn om noodzakelijke hulp te weigeren.

Gelukkig heeft dit probleem zich nog niet voorgedaan. Er is zelfs nog geld geoormerkt voor het sociale domein om dit soort risico’s af te dekken en innovatie te stimuleren.

Ik ben er voorstander van dat alle zorgmiddelen – vanuit gemeente, zorgverzekeraars en Rijk – onder de verantwoordelijkheid van de gemeente zouden komen. Ik denk dat we dan nog beter zorg op maat kunnen leveren tegen redelijke kosten. Als gevolg van deze aanpak zie ik inhoudelijke voordelen voor de inwoners en financiële voordelen voor de overheid. Op het ogenblik is het zo dat als de gemeente erin slaagt om door middel van de Wmo te voorkomen dat patiënten doorstromen naar de tweedelijns zorg, de zorgverzekeraars en het Rijk daar van profiteren.'

Denkt u dat de gemeente alle oudere inwoners bereikt die zorg of ondersteuning nodig hebben?

'Ik denk niet dat we alle mensen die zorg of ondersteuning nodig hebben bereiken. Er zijn mensen die niets willen. Er zijn menen die zo veel eigen kracht hebben dat ze het zelf kunnen regelen. Partner, kinderen, familie, vrienden en kring van bekenden spelen hierbij een belangrijke rol. Dat is natuurlijk geweldig. Maar soms gebeurt het dat er misbruik van wordt gemaakt. Ik denk dan aan uitbuiting, mishandeling, diefstal et cetera. De wijkteams zijn daar alert op. Gelukkig bereiken ons geen onrustbarende signalen dat dit al te vaak voor komt. Er zijn ook zorgmijders. Uiteindelijk krijgen we via huisarts of wijkteams toch contact met deze mensen. In sommige gevallen gaan we dan over tot bemoeizorg.'

Lukt het binnen uw gemeente goed om maatwerk te bieden bij de zorg en ondersteuning voor ouderen?

'Ik denk dat we daar best tevreden over mogen zijn. Wat beter kan is de samenwerking tussen gemeente, zorgverzekeraars en het Rijk. Binnen onze organisatie is echter wel heel duidelijk dat we nooit zeggen: “Daar gaan wij niet over”. Elke kwetsbare hulpvragende inwoner van onze gemeente kan op onze inzet rekenen.'

Wat is uw grootste zorg met betrekking tot ouderen in deze gemeente?

'Mensen worden ouder. Langer leven brengt ook zorgen, gebreken en afhankelijkheid met zich mee. Er wordt vaak een beroep gedaan op de familie en het sociale netwerk van de oudere. Maar onze samenleving is daar niet echt op ingericht. We zijn een samenleving van tweeverdieners. Lang niet iedereen kan naast zijn werk en zijn eigen gezin, ook nog tijd vrij maken voor de zorg voor zijn ouders of bekenden. We vragen dan wel heel veel.

Langer thuis wonen is een nobel streven. Veel ouderen willen dat ook echt. Maar we moeten ook constateren dat goed geoutilleerde verzorgingshuizen nodig zullen blijven. Het is schrijnend als het geld dat daarvoor nodig is weglekt naar duur vastgoed en hoge salarissen voor zware managementlagen. Veel belangrijker zijn de handen aan het bed en de rolstoel.'

Hoe is de toegang tot dagbesteding voor ouderen geregeld in de gemeente?

'Dat valt binnen het mandaat van de wijkteams.'

Hoe verloopt de samenwerking voor de Wmo met andere gemeenten?

'De uitvoering – met name alles rond het sociaal wijkteam – dat doet de gemeente zelf. Schijndel heeft dat niet uitbesteed, maar dicht bij de gemeente georganiseerd. De contractering van de zorg en de aanbesteding van hulpmiddelen, woningaanpassingen en hulp in het huishouden gebeurt op regionaal niveau. Die regionale samenwerking betekent vaak verlies van de democratische positie van de raadsleden en de wethouder.'

Hoe verloopt de samenwerking voor de Wmo met de zorgverzekeraars?

'Die samenwerking is vrij beperkt. Ook dat verloopt via de regio. Een wethouder onderhandelt namens alle gemeenten uit de regio. Volgens mij is daar nog veel meer uit te halen, met name op het gebied van preventie.'

Onderzoekt u binnen uw gemeente of de veranderingen in het beleid bijdragen tot een betere zorg in uw gemeente?

'De kwaliteit van de zorg was in het verleden ook goed. Ik denk wel dat door de huidige aanpak meer maatwerk geleverd kan worden. Toch zijn de mensen wel onzeker geworden door al de veranderingen. De politieke partijen, maar ook de media schetsen vaak het beeld dat de zorg als maar minder en duurder wordt. Dat maakt dat mensen niet meer weten waar ze op kunnen rekenen. De werkelijkheid is voor veel mensen echter niet zo slecht.'

Als er iets was wat u kon veranderen in Nederland met betrekking tot de zorg voor ouderen, wat zou dat dan zijn?

'Ik zou me er sterk voor maken dat de volledige ouderenzorg bij de gemeente wordt neergelegd. Ik zou de gemeenten een grote mate van beleidsvrijheid geven. Ontschotten van zowel het beleid als de middelen zou het mogelijk maken nog meer zorg op maat te leveren in het belang van de ouderen. Als je deze opdracht bij de gemeenten neerlegt moet die ook stevig verankerd zijn. Zorg moet een verzekerd recht zijn en blijven, ook als de uitvoering bij de gemeente komt te liggen. Als je zorg decentraliseert, decentraliseer je deze niet alleen aan PvdA-wethouders, maar ook aan wethouders van andere poltieke partijen. Wethouders van de VVD, CDA en D66 denken anders over zorg dan wij. Dat zijn marktdenkers. Ik wil juist minder marktwerking en meer het vangnet.'

Interview afgenomen door Pieter van Etten op 13 september 2016 op het gemeentehuis van Schijndel
Foto: Pieter van Etten