Marzoug Lehiba: 'In tegenstelling tot veel andere mensen weet ik hoe ik hulp ten aanzien van zorg moet regelen; ik ken de wegen. De zorg is best ondoorzichtig.'
'Tijdens mijn werkzame leven heb ik in de horeca en het gehandicaptenvervoer gewerkt. Ook heb ik als vrijwilliger en als tolk bij Vluchtelingenwerk Haarlem gewerkt. Ik heb geen volledig AOW, omdat mijn vrouw nog werkt. Zij is 60 jaar oud.
Na mijn pensioen ben ik actief geworden in het vrijwilligerswerk en ben ik onder andere lid geworden van de Haarlemse Participatieraad. Tijdens mijn werkperiode ben ik ook lid geweest van de Stedelijke Adviesraad Multiculturele stad Haarlem.
Voor mij is elke dag een mooie dag. Ik woon met mijn vrouw op een mooie bovenwoning van drie etages in Haarlem Noord. Ik heb het er erg naar mijn zin en vind het een mooie plek. In de toekomst wil ik mogelijk wel voor langere periodes in Tunesië verblijven. Ik heb daar een huis en ga er elk jaar 1 a 2 maal heen. Ook wil ik daar begraven worden.
Ik ben trots op mijzelf, omdat ik het goed heb en gezond ben. Verder ben ik trots op mijn kinderen en kleinkinderen. Ik voel me nog heel fit en heb nog geen hulp nodig, kan overal naartoe waarheen ik wil. Medicijnen gebruik ik liever niet, ik gebruik in eerste instantie kruidenthee.
Als ik wel zorgafhankelijk zou worden en mijn vrouw er niet meer zou zijn, wil ik terug naar Tunesië, omdat daar mijn familie woont. Dan zal mijn familie mij verzorgen. Familiezorg is daar heel gewoon. Als mijn vrouw er nog wel zou zijn als ik zorgafhankelijk word, wil ik wel graag thuis blijven wonen. Ik zou dan zelf hulp regelen. Dit in overleg met de huisarts. Daar ga ik dan eerst heen. Eventueel worden er aanpassingen gedaan. Mijn kinderen zullen me ook helpen. Zij laten mij niet in de steek.
Ik doe van alles hier in huis, kan me goed redden. Voor klusjes zoek ik, net als iedereen die niet heel handig is, professionele hulp. In tegenstelling tot veel andere mensen weet ik hoe ik hulp ten aanzien van zorg moet regelen; ik ken de wegen. De zorg is best ondoorzichtig.
Hoe mijn toekomst er over 7 jaar uitziet, als mijn vrouw niet meer werkt, weet ik niet. Misschien blijven we in Nederland, misschien gaan we voor langere periodes naar Tunesië. Dat zien we tegen die tijd. Ik maak me wel zorgen over de toekomst, niet zozeer voor mij persoonlijk, maar wel over de ondoorzichtigheid van de zorg en de mantelzorg. Dat moet beter geregeld worden en dat kan niet met wetten. Ook het vervoer van ouderen is een probleem. Het OV is bijvoorbeeld niet toegankelijk voor een rollator. Voor ouderen levert dat een beperking van hun leefwereld op en dat leidt tot eenzaamheid.
Als ik iets mocht veranderen in Nederland met betrekking tot de zorg zou ik graag teruggaan naar de ouderwetse manier waarin de buurt en de huisarts weer een grote rol krijgen. De toenemende eenzaamheid moet anders aangepakt worden: we moeten met elkaar praten en niet over elkaar.
Rust, vrede en saamhorigheid vind ik heel belangrijk en dat is soms ver te zoeken.'