Antonia Groenestein-van de Hurk: ‘Wat komt dat komt. Ik heb een heel fijn leven gehad. Dan vragen de kleinkinderen: "Oma, waar zou je nog naar toe willen?" Dan zeg ik: "Oma wil nergens meer naar toe! Oma blijft lekker thuis!"’
'Mijn man is 42 jaar overleden. Ik heb drie kinderen, twee zoons en een dochter. Ze wonen in Haarlem, Groenekan en Woerden. Vroeger heb ik gewerkt als onderwijzeres in het lager onderwijs. Toen ik trouwde kreeg ik ontslag. Ik woon alleen in een rijtjeshuis, een koopwoning. Ik heb een volledige AOW-uitkering en daarnaast nog pensioen. Een klein pensioentje van mezelf, want ik had niet zoveel dienstjaren. Verder het pensioen van mijn man.
Ik kan gerust zeggen dat elke dag een mooie dag is voor mij! Ik mauw niet gauw. Als de kinderen er zijn is de dag natuurlijk helemaal mooi. Trots op mezelf ben ik nooit eigenlijk. Dat kun je niet zeggen dat je trots bent op jezelf! Want wat je hebt is een cadeautje. Zo zie ik dat. Nee, trots op mezelf….nee! Waarom moet je trots zijn op jezelf? Ik vind niet dat je recht hebt om trots te zijn op jezelf. Alleen dankbaar zijn dat je bent zoals je bent.
Ik woon hier heel graag. Ik heb heel aardige buren. De kinderen en kleinkinderen komen regelmatig logeren. Ik heb hier de ruimte, dat vind ik fijn. Ik hoop niet dat ik in de toekomst ergens anders heen moet. Ik ga zo [plat liggend] de deur uit hier, als het kan tenminste! Als het niet kan, houdt alles op.
Ik kan niet altijd overal heen waar ik wil, want ik rijd geen auto meer en ik fiets al een tijdje niet meer. Ik ben een keer goed gevallen en dan laat je het wel. Je moet je wel eens aanpassen natuurlijk. Maar ik ben dan toch tevreden met hoe het nu is. Als ik echt ergens heen wil, heb ik manieren om er te komen. Ik kan nog steeds met de bus Vorige week ging ik nog even met een vriend en vriendin met de bus naar de stad om wat te eten. En ik kan met die stadstaxi. Maar die laatste gaat niet meer zo goed, er waren wat problemen met die nieuwe aanbieder. Er is een nieuwe aanbesteding geweest en dat zat niet goed. Ze komen niet meer op tijd of ze komen helemaal niet. Ze hebben ook kinderen weleens niet opgehaald van speciale scholen. Het zat helemaal in de war.
'Vorige week ging ik nog even met een vriend en vriendin met de bus naar de stad om wat te eten'
Ik heb helemaal geen zorg nodig aan huis. God zij dank niet. Ik doe alles nog zelf. Ik heb wel een werkster, al meer dan twintig jaar dezelfde. Zij komt om de veertien dagen. Die maakt de zaak hier een beetje schoon, werken we samen. Ik doe dan ook mee en dat gaat goed. Ik gebruik geen medicijnen. Even heb ik die gehad, voor de bloeddruk. Maar toen kwam er weer een nieuw inzicht en toen zeiden ze dat als je ouder was je beter een wat hogere bloeddruk kunt hebben. Dus hoefde ik de medicijnen niet meer in te nemen.
Ik heb ook geen hulp nodig in huis. Boodschappen doe ik zelf en koken doe ik ook zelf. De administratie en financiën doe ik ook zelf. De kinderen houden het een beetje mee in de gaten. Alleen de belasting Invullen doe ik niet zelf, dat doet mijn zoon. Maar voor de rest doe ik het helemaal zelf.
Voor de klusjes heb ik een heerlijke buurman. Als er iets is staat hij altijd voor mij klaar. Die kan ik gewoon vragen. Maar dat doe ik alleen voor kleine klusjes, hoor. Voor grotere klussen moet ik iemand anders vragen. Dat mag ook niet, dat wil ik ook niet.
Ik doe zelf ook veel voor de buurvrouw. Zij hebben drie autistische kinderen, waarvan één heel zwaar. Daar pas ik dan wel op als het nodig is. Dat heb ik altijd gedaan, al heel lang. Ook toen de kinderen klein waren. Ik stond altijd voor hen klaar met raad en daad. En nog. Van de kinderen krijg ik natuurlijk ook hulp, maar zij wonen allemaal ver weg. Zij staan ook altijd voor me klaar als er iets is. En de buren dus. Ik heb veel vrienden, maar die zijn ook al ouder en die kunnen niet veel meer doen.
Van professionals heb ik nooit hulp. Ik heb weleens ooit iets aan mijn been gehad en toen kwam iemand dat verzorgen. Dat was heel prettig, prima. Maar dat is dan weer voorbij. Daar krijg je natuurlijk achteraf wel een rekening voor. En dat was voor mij geen probleem.
Ik weet niet altijd waar ik hulp kan krijgen, maar daar kom je dan wel achter op een of andere manier. Ik ben nu ook aan het appen en heb een iPad. Je komt als het nodig is overal wel achter. Ik maak me daar ook geen zorgen over. Ik zorg altijd wel dat het goed komt. Zoals toen met mijn been ook, de dokter heeft toen alles geregeld. Hij organiseerde het.
'Ik ben nu ook aan het appen en heb een iPad'
Als het kan, wil ik in mijn eigen huis blijven wonen. Mijn kinderen zou ik niet willen aandoen dat ik bij hen ga wonen. Dan zou ik zeggen: 'Nee jongens, we gaan wat anders regelen.' Ik vind dat ze allemaal hun eigen leven hebben, met eigen kinderen en kleinkinderen. Kijk, het is natuurlijk iets anders als je een bepaalde ziekte krijgt en je weet dat het afgelopen is, het duurt nog maar een paar weken….nou dan hoef ik nergens voor te zorgen, dan zorgen zij er wel voor! Maar het liefst zou ik het dan toch zelf willen doen, dat wil zeggen: het zelf mee regelen. Ik zou het niet mijn kinderen willen aandoen.
Het liefste wil ik in mijn eigen huis blijven. Als je ergens anders bent, lig je ook praktisch de hele dag alleen. Dat heb ik allang bekeken bij anderen. Nou ja, als het moet kom je natuurlijk altijd in een tehuis terecht bij lotgenoten.
Ik denk wel dat ik hier kan blijven wonen als ik, wanneer ik hulp nodig heb, zoiets als thuishulp. Want hulp van mijn buren wil ik niet. Dat is goed voor een kleinigheidje maar niet zo dat ze de hele dag met je bezig zijn. Zij hebben ook allemaal hun eigen leven, hun eigen kinderen en problemen. Dan zou ik dus hulp inkopen. Want mijn kinderen wonen ver weg en die kun je ook niet voor alles laten komen. Als er iets is zijn ze er echt wel hoor. Die kunnen natuurlijk niet de hele zorg voor je op zich nemen en dat zou ik ook niet willen ook niet!
Nee, ik heb geen dromen of plannen voor de toekomst. Wat komt dat komt. Ik heb een heel fijn leven gehad, heel veel gereisd. Dan vragen de kleinkinderen nu: oma, waar zou je nog naar toe willen? Dan zeg ik: Oma wil nergens meer naar toe! Oma blijft lekker thuis! Het liefste ben ik nu lekker thuis, een klusje doen en bridgen. Ik bridge veel, drie keer in de week en dat vind ik heerlijk. Maar om nou te zeggen, dat of dat zou ik nog willen….nee, nee. Het is goed geweest. Ik ben tevreden. Ja, dat is goed.
Ik maak me geen zorgen over de toekomst, ik laat alles gewoon komen zoals het komt. Ik ga niet zitten denken: wat kan er allemaal gebeuren? Dat zien we wel. Want dat is juist het erge dat sommige mensen zich zoveel zorgen maken. Waar maken ze zich zo’n zorgen over, het komt toch. Je hebt er niks aan om je overal zorgen over te maken.
Ik ben gelovig en dat zal me denk ik wel helpen. Ik ga ook nog steeds bij de paters naar de kerk. Hier om de hoek, een buurvrouw gaat dan mee en een vriend. Die mevrouw wordt ook al een beetje ouder, wordt wat dement. Ze komen ook wel eens hier. Maar soms ben je uitgepraat en toen heb ik ze leren kaarten. Een soort jokeren, want bridgen ga ik ze niet leren. En jokeren kunnen ze wel en dat kan ze dan goed meedoen.
Wat er moet veranderen in Nederland laat ik maar over aan andere mensen… Er moet een goede zorg zijn… maar daar kan ik me verder niet meer in verdiepen. Ik weet er te weinig van om iets te kunnen zeggen over wat er zou moeten veranderen.
Nee, ik ben niet ontevreden. Daar heb ik ook geen reden voor. Ik maak me ook geen zorgen over de toekomst. Ik heb altijd een tamelijk positieve manier van denken gehad. Het is mijn aard denk ik. Maar vorige week was ik bij de kapper om mijn haar te laten doen. Daar werd ik niet lekker en binnen de kortste keren lag ik in het ziekenhuis, haha. Die dingen kunnen gebeuren… Ik lag binnen de kortste keren aan de monitor natuurlijk. De ‘hartman’ vroeg me wat ik wilde of nog een nacht daar blijven of naar huis. Ik wilde natuurlijk meteen naar huis! En ondertussen waren de jongens er natuurlijk al wel. Er was wel iets, maar wat precies weet ik ook nog niet. Ik zou nog een keer zo’n kastje krijgen zodat ze mijn hart zouden kunnen controleren. Maar daar zou ik nog iets over horen.
Toen ben ik lekker naar huis gegaan. Ja, ja, daar kun je je nou allemaal wel druk om zitten maken…en ik ben ook niet bang. Tja en als ik dood ben, dan is het ook goed. Wat moet je allemaal zitten denken, ik kan er toch niets aan veranderen.
Er zijn natuurlijk ook heel veel dingen waar ik geen weet van heb, wat er moet veranderen in Nederland. Ik lees bijvoorbeeld wel de kranten en kijk journaal, maar ik kan toch niets veranderen. Ik kan het goed uit mijn hoofd zetten. Ik ga er niet over zitten denken of er bang voor zijn.
Ik ben erg tolerant, bijvoorbeeld tegenover homo’s, lesbische, met kinderen. Maar dat heb ik ook geleerd… je groeit mee. Dat hebben we wel gemoeten, want onze kinderen gingen heel anders leven dan wat wij goed vonden.'