Lenie Nuijens: 'We kunnen naar Schagen, Tuitjenhorn of Schoorl, maar dat trekt ons helemaal niet. Als we minder mobiel worden, kunnen we veel thuis laten bezorgen en hulp inhuren en ik denk dat we het op die manier lang kunnen redden.'
Op een mooie zonnige dag in september ga ik op bezoek bij Gerard en Lenie Nuijens. Gerard is in augustus 75 jaar oud geworden. Hij is geboren in Julianadorp, waar hij achttien jaar heeft gewoond. In 1960 kocht zijn vader een boerderij in Burgerbrug, waar het gezin toen neerstreek. Gerard wilde altijd graag boer worden. 'Ik zorg ervoor dat dat goed komt', zegde zijn vader hem toe. En zo konden Gerard en Lenie na hun trouwen de boerderij van zijn ouders overnemen.
In Burgerbrug werden maar 14 koeien gemolken en beschikte de familie niet over zoveel land. Daarom was er in de wintermaanden niet erg veel te doen en ging Gerard op zoek naar een baantje om wat bij te verdienen. Hij belandde bij de Europese Gemeenschappen in Petten en kon dit werk zo goed combineren met het boeren dat hij dit 34 jaar is blijven doen. Werken bij de Europese Gemeenschappen in Petten betekende dat Gerard Europees ambtenaar werd. Hierdoor ontvangt hij zijn pensioen nu uit Brussel en ook de ziektekostenverzekering loopt via onze Europese hoofdstad. Door zijn internationale werkomgeving in Petten is Gerard erg pro-Europa.
Toen het financieel niet meer nodig was en de grootste schulden waren afgelost, hebben Gerard en Lenie de koeien verkocht en zijn ze met schapen begonnen. Dit is hun grote hobby.
Lenie is geboren in Heerhugowaard en haar meisjesnaam is Dekker. Ze is in maart 72 jaar oud geworden. Voor haar huwelijk met Gerard werkte ze in de verpleging: eerst in een bejaardenhuis en daarna in het St. Jan in Hoorn. Na haar verhuizing naar Burgerbrug kon ze dit niet meer goed combineren. Ook kwamen er al snel kinderen, dus er was genoeg te doen. Ze hebben samen 4 kinderen: een dochter van 46, een dochter van 45 en twee zoons (een tweeling) van 40. Naast het huishouden heeft Lenie altijd samen met Gerard de schapen gedaan.
In de jaren 80 begon Lenie met de moeder-MAVO; dat leek haar wel wat. Ze ging hiervoor ’s avonds naar school in Schagen en behaalde op deze manier haar MAVO- en HAVO-diploma en heeft ook nog een paar vakken op VWO-niveau gedaan. Vooral talen boeien haar erg en met 3 kinderen in het buitenland is dat ook nog eens erg handig. Naast de talen heeft ze ook computercursussen gedaan en ze zingt al jaren in het kerkkoor in Burgerbrug.
Gerard en Lenie hebben een vrij druk leven, vooral door de schapen: hier zijn ze heel veel mee bezig. Naast verzorging van de dieren, gaan ze ook naar keuringen die veel voorbereiding vergen: schoonmaken, toiletteren, vervoer naar en van de locatie. Daarnaast komen er veel mensen op de boerderij om naar schapen te kijken. Een mooie dag is daarom een rustige dag. Lenie: 'Alle dagen is er wel wat. Gelukkig kan het allemaal omdat we zo vitaal zijn, maar omdat we ouder worden, is het soms wel een beetje te veel. Zo schiet het onderhoud van de tuin er bijvoorbeeld al tijden bij in.' Het geeft wel veel voldoening al die drukte. Lenie: 'Als we het met de schapen niet meer leuk zouden vinden, stopten we ermee, maar dan valt wel ons grote netwerk weg.'
Gerard: “Ik ben trots op alles wat we bereikt hebben en ook op de gezondheid van mijn lichaam en mijn vrouw en kinderen. Maar een jaar geleden heb ik een nieuwe trekker gekocht en daar ben ik ook trots op!”
Lenie: “Trots vind ik een moeilijk woord. Het belangrijkste zijn de kinderen: als het daar niet goed mee gaat, is de rest ook waardeloos. Die schapen zijn een erg leuke hobby, maar als er iets met de kinderen of onze eigen gezondheid zou zijn, dan vallen die schapen in het niet.”
Gerard en Lenie wonen in een prachtig onderhouden boerderij in een landelijk dorpje zonder voorzieningen. Ze voelen zich bevoorrecht dat ze op deze plek mogen wonen; het is prettig en ruim. Alles is gelijkvloers en hierdoor kunnen ze het er lang uithouden. 'Mocht één van beiden gebrekkig worden, dan verkopen we het land bij de molen', zegt Gerard: 'en dan kopen we desnoods hulp in om hier maar zo lang mogelijk te kunnen blijven wonen'. Lenie: 'We kunnen naar Schagen, Tuitjenhorn of Schoorl, maar dat trekt ons helemaal niet. Als we minder mobiel worden, kunnen we veel thuis laten bezorgen en hulp inhuren en ik denk dat we het op die manier lang kunnen redden.'
Ze willen niet te veel een beroep doen op hun dochter die in Alkmaar woont: zij werkt en heeft haar eigen gezin. De andere drie kinderen wonen in het buitenland, dus daar kunnen ze niet op terugvallen. Als het echt niet meer gaat, gaan ze ergens anders naartoe, maar dat stellen ze het liefst zolang mogelijk uit.
Om in Burgerbrug te blijven wonen, is het wel erg belangrijk om met z’n tweeën te blijven. Lenie: 'Als Gerard bijvoorbeeld eerder zou overlijden, weet ik niet of ik hier zou blijven wonen. Misschien word ik bang. Ik ben het nu niet, maar het zou kunnen.'
Deze winter gaan Gerard en Lenie op bezoek bij hun dochter in Nieuw-Zeeland. Dat is een plan, maar geen droom; ze doen het voor hun dochter met haar gezin, want nu kan het nog. Ze zijn al drie keer eerder geweest, maar de reis wordt wel steeds zwaarder.
Een echte droom is om nog eens een A-ram te fokken; dit is de hoogste score in het stamboek. Gerard: 'Ik probeer dit te bereiken door goed te combineren. Soms is het geluk, maar kennis is ook belangrijk. Als we een A-ram fokken, zijn we heel erg tevreden en voldaan en heb je kans dat we stoppen met de schapen.'
Gerard en Lenie maken zich niet echt zorgen voor de toekomst. Hun belangrijkste streven is om zo lang mogelijk gezond te blijven en ze hopen dat met de kinderen en kleinkinderen alles goed blijft gaan. Soms denken ze wel na over alles wat kan gebeuren; hun kinderen vliegen natuurlijk veel omdat ze in het buitenland wonen; onwillekeurig denk je dan toch wel eens na over alles wat er mis kan gaan. Gelukkig gaat alles goed. Gerard: 'Maar geluk kan soms ook zomaar ophouden. Dan denk ik: wanneer treft het ons?'
In het kleine Burgerbrug worden de wereldproblemen niet aan den lijve ondervonden: op straat is het rustig en ze voelen zich niet beperkt in hun vrijheid. Lenie: 'Maar we zijn niet naïef: vroeger lieten we alle deuren los als we weggingen, maar dat doen we niet meer.'
'Gelukkig hebben we zelf nog geen zorg nodig, maar om ons heen hebben we wel verschillende mensen die dat al hebben meegemaakt. Onze buren bijvoorbeeld: die hadden tafeltje-dek-je en thuiszorg. Zij waren hier tevreden over. Nu wonen ze in Tuitjenhorn in een appartementje bij het bejaardentehuis. Wat me dan opvalt is dat het verplegend personeel vaak zomaar binnenloopt, ook als er bezoek is. Ik ervaar dat wel als inbreuk op hun privacy', aldus Lenie. 'Ik heb vroeger zelf in de zorg gewerkt en vind het erg belangrijk dat privacy gerespecteerd worden, vooral als mensen zolang op zichzelf gewoond hebben.'
We hebben er bijna twee uur opzitten en met een goed gevoel verlaat ik de boerderij. Als de gezondheid het toelaat, zie ik de familie Nuijens hier nog vele heerlijke jaren doorbrengen!