Joke Sickmann (bijna 84, Amersfoort): 'Als ik een toverstokje had, zou ik met dit stokje over de verzorgingshuizen gaan en langs de gezichten van de mensen die daar wonen heen strijken: een glimlach op hun gezichten toveren.'
'Ik ben nooit getrouwd geweest en ik heb 1 dochter en 3 kleinzonen. Ik ben niet zo volgzaam en heb geen talent voor zorg. Sommige vrouwen cijferen zichzelf zo weg. Zij blijven in hun eigen leven dan zo leeg over. Dat kan ik niet. Mijn dochter is nu 52 jaar en woont samen met haar vriendin. Zij runnen een dagopvang. Het was in de tijd dat mijn dochter is geboren gebruikelijk dat je als ongehuwde moeder je kind afstond. Dat wilde ik niet en heb ik dus ook niet gedaan. Zij is gewoon bij mij gebleven en is door mij alleen opgevoed. Ik ben trots op haar.
Ik heb eerst MULO gedaan en heb een tijdje op kantoor gewerkt. Toen ik 25 jaar was ging ik naar de Sociale Academie, hbo Sociaal Cultureel Werk. Ik ben in grote lijnen actief geweest in het club- en buurthuiswerk en was ook nog (eind jaren ’60) een zestal jaar actief in een woonwagenkamp. Ik heb gewerkt tot mijn VUT (60 jaar). Ik ben in Amsterdam geboren en opgegroeid, daarna heb ik in het Gooi gewoond en nu woon ik al weer 25 jaar in Amersfoort.
Ik heb een volledige AOW en een pensioen; een middeninkomen. Het wordt wel iedere keer minder. Daar maak ik me wel een beetje zorgen over. Maatschappelijk ben ik actief. Dat vind ik leuk. Ik kan aardig vooruit denken en bemoei me graag met burgerparticipatie. Ik maak me druk om behoud van oude panden en verdiep me graag in de geschiedenis. Als ik gerealiseerd heb wat ik wilde heb ik een mooie dag. Maar ook als iets niet goed ging probeer ik daar iets positiefs uit te halen. Ik heb een positieve levensinstelling.
Ik ben trots op mezelf als ik trouw ben aan mezelf en daar goed voor uitgekomen ben. Heel vaak heb ik dan in mijn wandel en handel de juiste stap gezet. Ik ben bijvoorbeeld niet trots op mezelf als ik mijn huis schoongemaakt heb. Vrouwen van mijn leeftijd hebben niet zo goed geleerd om iets maatschappelijks te betekenen, zichzelf centraal te stellen en daarin te vertrouwen op hun eigen kracht. Zij hebben veelal geleerd om dienstbaar te zijn. Dat kan ik niet.
Ik woon in een eengezinswoning waar ik alleen de bovenverdieping bewoon. Aanvankelijk bewoonde mijn dochter en haar vriendin de benedenverdieping. Ik moest natuurlijk wel mijn eigen gang kunnen gaan. Ik wil niet in een gezin van een ander wonen. Negen jaar geleden zijn zij vertrokken. Ik had toen geen behoefte om naar beneden te gaan. Ik ben iemand die zich nestelt, een ‘nestelaar’. Heerlijk al mijn spulletjes om me heen. Beneden is nu een soort opslag en ik heb een kamertje verhuurd aan een kleinzoon die in Amersfoort studeert. Hij moet wel voor zichzelf zorgen. Daar begin ik niet aan! Een risico is wel dat ik moet traplopen. Maar er kan altijd nog een traplift worden aangebracht. Een aantal jaren geleden ben ik geopereerd aan een aneurysma, een plaatselijke verwijding van een slagader, dat heb ik goed overleefd. Daarnaast heb ik 1 nier en moet ik soms een nachtje in het ziekenhuis blijven voor een ct-scan. Dai is uit voorzorg. Het risico is dan namelijk groot voor nierfalen.
Ik ben een angsthaas. Doordat ik in de oorlog ben opgegroeid, lag ik soms de hele nacht wakker, zo bang was ik. Ik kies dus nu voor veiligheid. Hier voel ik me veilig. Ik blijf dus gewoon hier wonen. Ik ben in mijn huis en mijn wijk geworteld. Als ik dement word, zorgt mijn dochter wel voor mij in de zorgboerderij. Maar ik denk niet dat dit mij gebeurt. Tot nu toe kan ik overal naar toe waar ik wil. Ik ga dus daarom ook ’s avonds de straat op en maak me geestelijk weerbaar daarvoor. Ik ga met openbaar vervoer of op de fiets. Op dit moment heb ik geen zorg aan huis nodig. Eigenlijk zou ik wel iemand moeten hebben die mijn huis poetst. Mijn buurman doet wel eens een klusje voor mij. In nood kan ik praktische hulp krijgen van de buren. Ik krijg geen hulp van professionals. Nog niet nodig! In het verleden zijn er wel steunkousen aangemeten en toen kwam thuiszorg langs om mij te helpen met het zwachtelen van mijn benen.
Ik ben niet tevreden over de huisartsen en daaromheen. Zij nemen mijns inziens de zorg structureel onvoldoende serieus. Ik kan dat niet hard maken maar ik vraag me af of zij niet denken: ach het is toch maar een oudje! Alsof ouderen maar zeuren. En het klopt ook want met het ouder worden krijg je steeds meer klachten. Ik vind dat ik hier onvoldoende invloed op heb.
Wat ik mis is iemand die een regiefunctie voor mij vervult. Mij ontbreekt een soort paspoortje waar iemand in bijhoudt wat ik moet doen. Ik ben zo weinig geïnteresseerd in detailzaken dat ik dat vergeet en de regie soms kwijt raak. Niet dat ik dom ben. Maar soms denk ik: hoe heet die of die arts toch of wanneer moet ik ook weer bij welke arts langs?
Ik weet niet hoe ik zorg moet regelen. Als ik het nodig heb haal ik het wel van internet en hier in mijn wijk is van alles geregeld omtrent zorg. Maar ik denk weleens: als het voor mij onbereikbaar is, is het voor anderen ook onbereikbaar. Een verzorgingshuis zou ik willen zien als een hotel met leuke mensen, waar je gebruik kan maken van voorzieningen en diensten. Zoals het nu georganiseerd is lijkt het mij niks om daar te wonen. De sfeer in het huis bij mij in de buurt ervaar ik als ongelooflijk slecht! De verzorging is in principe goed maar de mensen onderling…..Vreselijk! Laat mij maar thuis wonen. Ik moet dus gewoon gezond blijven. (NB: Het gaat hier niet over alle verzorgingshuizen want dat weet ik niet.)
Wat mij stoort is de manier waarop banken je achterna zitten met regelingen over hypotheek e.d. met een zogenaamde ‘opeethypotheek’ als je een eigen huis hebt zoals ik. Beledigend gewoon! Om daar nou mensen van mijn leeftijd mee lastig te vallen vind ik onbehoorlijk. Ik word daar onrustig van en voel me gestalkt. Dat moeten de banken niet doen/
Mijn toekomst is vandaag en morgen. Ik heb niet zulke grote dromen. Ik heb veel gezien. Florence prachtig! Belangrijk is een gezond lichaam en een gezond verstand. Ik merk dat mijn functies toch achteruit gaan. Ook maak ik me grote zorgen over de hele transformatie van de zorg. In Amersfoort is men bezig een Sociaal Basis Infrastructuur op te zetten. Ik heb daar totaal geen vertrouwen in. Waar moeten mensen naar toe voor wat? Daarnaast bepaalt de markt de zorg. Dat kan niet. We komen er langzaam maar zeker achter dat het marktmechanisme de inhoud van de zorg bepaalt. Het ‘vermarkten’ van de zorg. Zorgelijk!
Als ik een toverstokje zou hebben zou ik het liefst met dit stokje over de verzorgingshuizen gaan en langs de gezichten van de mensen die daar wonen heen strijken: een glimlach op hun gezichten toveren. Zo zonde dat er zoveel chagrijn is in die huizen!'