Eindhoven wordt gezien als de slimste regio van Nederland. Maar ook dit gebied kent een groep mensen die al lange tijd werkloos thuis zit. De gemeente probeert die aan werk te helpen, onder andere door sociaal ondernemerschap te stimuleren
‘Ik werk bij de gemeente in de functie van senior programmamanager sociaal ondernemen. Dit programma stimuleert op allerlei vlakken sociaal ondernemerschap, met als doel meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam aan de slag te krijgen. Het programma bestaat uit vier pijlers.
Pijler 1: De gemeente is ook een sociale werkgever
De eerste pijler is gebaseerd op de vraag: hoe sociaal zijn wij als gemeente zelf als werkgever? Binnen onze eigen organisatie lopen we tegen dezelfde problemen aan als elk ander type bedrijf. Er bestaat vaak een verkeerd beeld van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Als jij en ik morgen werkloos worden en we zitten een jaar thuis, dan behoren wij ook gewoon tot die doelgroep. Maar ook mensen met een lichamelijke beperking die daardoor afstand tot de arbeidsmarkt hebben, vormen geen homogene groep. De meeste mensen denken dan meteen aan iemand in een rolstoel, maar het kan ook zijn dat iemand een paar vingers mist.
Soms kost het een werkgever inderdaad geld om een werkplek aan te passen, maar vaak is dat slechts een eenmalig investering. En bedrijven krijgen er zo veel voor terug. Als een bedrijf investeert in mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, heeft dat ook effect op de andere werknemers binnen het bedrijf. Zij zullen trots zijn dat hun werkgever meer doet dan alleen naar de omzet kijken. Alle werknemers binnen het bedrijf kunnen zich daardoor beter gehoord en serieus genomen voelen. Dat kan de productiviteit vervolgens weer verhogen. Die spin-off is dus veel groter, alleen moet je het vliegwiel aan het draaien krijgen. Met het programma sociaal ondernemen wil ik dat realiseren.
Pijler 2: Sociale voorwaarden bij aanbestedingen
De tweede pijler is dat wij als gemeente sociale voorwaarden bij opdrachten die zij verstrekt. De gemeente heeft een beleid ontwikkeld om duurzaam sociaal ondernemen ook buiten de reikwijdte van haar eigen organisatie te stimuleren. Dit doet de gemeente in eerste instantie door het stellen van uniforme sociale voorwaarden bij het in de markt zetten van opdrachten en het verstrekken van subsidies, ook wel ‘social return’ genoemd.
Het grote verschil met de reguliere vorm van social return is dat de gemeenten in deze regio de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) als alternatieve invulling van de social return hebben toegevoegd aan hun instrumentarium, waardoor er duurzaam en stimulerend effecten worden gerealiseerd en de effecten beter meetbaar worden.
Organisaties komen voor de PSO in aanmerking als zij structureel kansen bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze organisaties belonen we hiervoor. Het voordeel van dit instrument is dat je als gemeente heel duidelijk zichtbaar maakt welke werkgevers zich hiervoor inzetten. Het wordt voor bedrijven aantrekkelijker om mensen langdurig vast te houden vanuit de doelgroep omdat dit meetelt binnen de PSO. We helpen deze bedrijven door ze te ontzorgen. Ons werkgeversservicepunt helpt ze met een plan van aanpak. We gaan kijken waar ze de juiste mensen kunnen vinden, hoe deze opgeleid moeten zijn, of een bedrijf misschien samen met andere bedrijven met een pool van werknemers kan gaan werken.
Pijler 3: een pool van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt
Het creëren van zo’n pool is onderdeel van de derde pijler: het stimuleren van socialer ondernemerschap in de regio. Medewerkers uit die pool zijn niet bij de bedrijven zelf in dienst maar bij bijvoorbeeld een stichting. We kijken met een schuin oog naar een initiatief uit het oosten van het land, Infrawerkt. Daar draait al een dergelijke pool. De deelnemers in de pool werken op projectbasis bij de verschillende bedrijven. Er stromen alleen bijna geen personen uit bij Infrawerkt. Dat gaan wij anders doen.
We gaan een pool opzetten met bedrijven die aantoonbaar duurzaam kansen bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zo kunnen ze doorstromen van het ene bedrijf naar het andere bedrijf als een project eindigt. De meerwaarde daarvan voor ons is dat deze mensen langdurige werkervaring opbouwen. Het kan dan zelfs zo zijn dat iemand met 0 opleidingsniveau begint en over een x-periode eindigt met een diploma, waardoor diegene weer een betere positie krijgt op de arbeidsmarkt.
Er zijn natuurlijk ook organisaties in Eindhoven en omgeving waar we geen directe opdrachtenrelatie mee hebben. Zij hebben niet te maken met de eisen van social return. Toch willen we ook die bedrijven socialer laten ondernemen. De laatste tijd willen veel organisaties dat ook zelf, vanuit intrinsieke motivatie, of omdat ze gewoon een sociaal profiel willen hebben voor hun jaarverslag en nog niet zo goed weten hoe ze dat moeten aanpakken. Socialer ondernemen krijgt steeds meer ook een symbolische waarde. Ook deze bedrijven kunnen gebruikmaken van de pool van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt van de gemeente.
Pijler 4: Elkaar vinden
De vierde pijler is integraliteit. Het is de bedoeling dat alle ambtenaren die met dit onderwerp bezig zijn van elkaar weten wat ze doen. Verder hebben we hier in Eindhoven verschillende initiatieven rond sociaal investeren, bij verschillende bedrijven. Wij zorgen dat die organisaties elkaar vinden en met elkaar om de tafel gaan zitten om hierover onderling te spreken. Een voorbeeld hiervan is Collectief 040. Dat zijn werkgevers die zich verenigd hebben in een stichting, een soort hr-plus organisatie voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De leden van het collectief hebben via deze werkwijze ongeveer 100 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een baan geboden in 2015 en de prognose voor 2016 is dat ditzelfde aantal gemakkelijk gehaald gaat worden.
Daarnaast hebben we ook Social Community Zuidoost Brabant, waar Philips bijvoorbeeld een van de trekkers van is. Wij zorgen dat bedrijven die sociaal ondernemen met elkaar in contact komen, en samen met deze bedrijven bekijken we hoe ze elkaar kunnen verstevigen. Als gemeente hebben we hierin dus een adviesrol en begeleiden we bedrijven die al socialer ondernemen.’