Jet Ketelaars (94) woont sinds een paar maanden in een verzorgingshuis. Ze is daar erg tevreden. Iedere avond speelt ze samen met andere vrouwen uit het huis een spelletje joker. Haar familie komt vaak bij haar op bezoek.
'Sinds april 2016 woon ik in dit verzorgingshuis. Ik ben geboren op 30 juli 1922 en ben eergisteren 94 jaar geworden. Ik heb 6 kinderen; 4 van de kinderen wonen dicht in de buurt. Alle kinderen komen regelmatig bij mij op bezoek. Laatst zei een politieagent, die ik ken van vroeger, tegen mij: "Mevrouw Ketelaars ik moet iets tegen u zeggen: u heeft uw kinderen zo keurig netjes opgevoed." Dat vond ik heel fijn om te horen. Ik heb het vroeger namelijk heel moeilijk gehad.'
Kunt u iets vertellen over uw leven?
'We gingen van school af werken. Ik ging als 16-17-jarige naar Philips. Daar heb ik tot de mobilisatie gewerkt. Ik verdiende daar nog geen 2 gulden 50 voor een week hard werken en op zaterdag ook nog een halve dag. Ik moest het geld natuurlijk thuis afgeven. Zelf kreeg ik een dubbeltje of kwartje traktement en dan vroegen ze ‘s maandags; heb je nog wat over? Mijn ouders verkochten bouwmaterialen en hadden een kolenhandel. De tijden waren heel slecht, alles werd aangepakt om geld te verdienen.
In 1946 ben ik getrouwd. Mijn man was 52 jaar toen hij stierf. Wij hadden een hotel, café-restaurant en taxibedrijf en ik werkte mee. Ik moest het hardste werken. Ik heb geen gemakkelijk leven gehad. Na het overlijden van mijn man stond ik alleen voor de zaak en de zorg voor 6 kinderen. Ik heb toen de zaak voortgezet maar de toenmalige burgemeester heeft ervoor gezorgd dat er een einde kwam aan het hotel/restaurant. Dat heb ik een hele gemene streek gevonden. Toen moest ik zelf weer aan de gang gaan, en ben ik weer teruggegaan naar Philips waar ik in de kantine werkte. Tot mijn 60ste heb ik dat gedaan. Toen zei de dokter, nou is het afgelopen met werken, je hebt genoeg gedaan. Ik heb nog 5 jaar een uitkering gehad. Ik heb in die periode nog bij een café gewerkt met de kermis en met carnaval. Ik ben nooit te lui geweest om te werken.
Na het overlijden van mijn man ben ik altijd alleen gebleven. Wie wil er nou een weduwe met 6 kinderen?'
U bent al heel lang gepensioneerd. Heeft u naast uw AOW ook nog andere inkomsten?
'Nee ik heb geen pensioen opgebouwd. Ik heb altijd geleefd van mijn AOW.'
Hoe heeft u de laatste jaren gewoond?
'Ik heb in een aanleunwoning gewoond. Zorg had ik daar niet nodig. Maar vanaf vorig jaar april kreeg ik wel zorg. Ik ben toen gevallen en had mijn pols gebroken en mijn neus flink gestoten. Daarna kreeg ik iedere ochtend hulp bij het wassen. Ik heb daar hele goede zorg gekregen. April 2016 ben ik verhuisd naar dit verzorgingshuis. Ik stond op de wachtlijst, maar mijn zoon heeft ervoor gezorgd dat ik hier terecht kon. Hij is de contactpersoon en regelt alles voor mij.
Hier in het verzorgingshuis ga ik een keer per week onder de douche. Maar elke ochtend komen ze me helpen, onder andere met het vastmaken van mijn bh. Ik draag graag luxe bh’s en die zijn wat lastiger vast te maken. Ik vind het hier een luxe hotel, ik ben heel tevreden. Ze komen langs of ik iets wil drinken. Toen het zo heet was kwamen ze langs met ijs. Ze komen kijken of ze iets kunnen doen. Ik hoef nog geen kopje af te wassen.
Ze noemen me Jetje, maar dat vind ik fijn. Ik wil geen mevrouw Ketelaars genoemd worden. Iedereen kent me als Jetje van de Kei.
Ik zou nergens anders willen wonen. Ik ben hier heel tevreden. Die meiden zijn allemaal zo lief, ik ben zo tevreden. Ik heb altijd snoepjes staan voor als ze hier komen. Ik hoop hier nog een aantal mooie jaren te hebben.'
Wanneer is een dag voor u een mooie dag?
'Als mijn kinderen komen! Dat is het belangrijkste. Dan geef ik ze soms iets, ook als ze jarig zijn. Alles draait om de kinderen. Ze komen vaak op bezoek. Op zondag komen ze allemaal. Kijk eens naar de foto van mijn achterkleinkinderen. Het zijn er 8. Ik ben voor hen de grote oma maar ik word steeds kleiner. Ik word omringd door lieve familie. Lees de spreuk aan de muur maar eens: “Als je niet in engelen gelooft dan heb je mijn oma nog nooit ontmoet.”'
Hoe is het met uw gezondheid?
'Dat gaat tamelijk goed. Ik heb een morfinepleister tegen de rugpijn. Mijn rug is helemaal stuk. Ik heb een” bouwvakkerrug” van al het sjouwen. Zitten en liggen gaat goed, maar staan en lopen gaat moeilijk. Ik loop met een rollator en ik heb een rolstoel.
Door een val in 2015 heb ik wel wat geleden. Ik heb het gevoel dat ik een TIA heb gehad. Ik kon even niet praten en zo. Ik had een drukke dag gehad en was heel vermoeid. Hier heb ik een goed bed. Ik ben voorheen 2 keer uit bed gevallen maar hier niet want ik heb een ziekenhuisbed gekregen.'
Hoe ziet uw dagelijks leven er uit?
'Ik ga vrijdagmiddag kienen hier in het huis, en als er iets te doen is doe ik mee. Op maandag en dinsdag is er ‘inloop’, daar ga ik ook naartoe, dat is bijvoorbeeld sjoelen of kienen of een quiz. Ik ben een van de oudsten die er zit. Soms denk ik: wat weten mensen toch weinig. Bijvoorbeeld de geschiedenis van Nederland. Dan worden er vragen gesteld en ik weet heel vaak het antwoord. Soms denk ik: ik houd mijn mond maar.
Ik lees tijdschriften, de Libelle en dergelijke. Het lezen lukt nog goed, maar boeken lees ik niet. Ik heb weinig tijd om tv te kijken. Ik probeer wel naar het journaal te kijken. Iedere avond gaan we met 4 vrouwen jokeren. Dan brengt het personeel mij daar met de rolstoel naartoe en halen ze me later weer op. Tot 22.00 uur. Ik hoef maar op de bel te drukken en ze komen me halen.
Het huishoudelijk werk wordt helemaal door het personeel gedaan Er is hier een winkeltje waar ik zelf boodschappen kan doen. Ik ga hier naar de pedicure en naar de kapper.
Ik krijg veel hulp van familie en personeel. Een dochter regelt de kleding. Mijn zoon doet alle regelzaken en de financiën. Wat ik heel graag doe is op vrijdagochtend naar de markt gaan. Dat is mijn uitje. Dan haalt mijn zoon mij op en gaan mijn dochter en schoondochter mee en gaan we op de markt ergens koffie drinken.
Mijn zoon en zijn vrouw waren van de week hier; hij heeft een camper en ze gaan naar de Rivièra . De zusters stonden wat grapjes te maken en mijn zoon zei: "Als jij 100 wordt mag je met ons mee naar de Rivièra." Het personeel zei “Dat zullen we onthouden!”
Als u ergens naar toe wilt of u wilt iets hebben of doen. Kunt u dat dan zelf regelen?
'Ja hoor, ik hoef het de kinderen maar te vragen. De medicijnen worden hier ook verzorgd. Dat deed mijn zoon voorheen, maar nu hoeft dat niet meer. Het personeel legt het klaar en ik neem het zelf in. Ik ben nog goed genoeg om dat zelf te doen. Alles wat ik zelf kan, blijf ik doen. Soms zeggen ze: "Bel toch, daar zijn wij voor", maar wat ik zelf kan blijf ik doen. In de aanleunwoning kon ik nog zelf naar buiten maar dat gaat niet meer. Hier doe ik dat alleen binnenshuis.
Mijn zoon regelt mijn financiën. Ik weet nog niet precies wat hier mijn eigen bijdrage wordt. Ik wil dat graag weten omdat ik de kinderen soms iets wil geven. Er zijn er wel bij die het hard nodig hebben. Ik heb zelf zo weinig meer nodig.'
Heeft u genoeg inspraak, heeft u genoeg te vertellen over u zelf?
'Ja , ze vragen aan mij wat ik wil. Ook mijn kinderen. Als ik iets niet wil dan hoef ik het ook niet.'
Maakt u zich ergens zorgen over?
'Ik maak me wel zorgen over een van mijn dochters. Als ik haar kan helpen dat doe ik dat, maar ik moet ook rekening houden met de andere kinderen. Maar verder ben ik een heel tevreden mens en heb het heel goed. Ik hoop dat ik hier mag blijven tot mijn dood.'
We eindigen het gesprek met de gezamenlijke conclusie: tegenover ons zit een tevreden mens!