Els le Noble heeft haar hondje Dino. Hij is 'alles' voor haar, vertelt ze. Ze krijgt veel ondersteuning, maar het leven valt haar zwaar.
Els was heel lang geleden directiesecretaresse. Ze is gescheiden, heeft twee dochters en 2 kleinkinderen, maar het contact met hen is sporadisch. Ze heeft alleen AOW. Waarom ze geen pensioen van haar ex-man heeft, begrijpt ze niet zo goed. Haar ex-man was in haar ogen vermogend, maar ze heeft er niets van teruggezien na haar scheiding. Ze zou wel weduwepensioen krijgen als hij overlijdt. Hij leeft overigens nog. Els leeft na aftrek van de vaste lasten van een tientje per dag. Daarvan moet ze ook eten kopen voor haar hond. Ze heeft nog een klein beetje spaargeld en dat bewaart ze onder andere voor een nieuwe wasmachine.
Ze heeft last van allerlei lichamelijke beperkingen en depressies en komt nauwelijks de deur nog uit. Ze is meerdere keren opgenomen geweest voor de behandeling van depressie. Haar hondje Dino is haar alles. Er komt twee keer per dag een vrijwilliger om hem uit te laten. Over haar woonsituatie is ze wel tevreden. Ze heeft geen contact met de andere vrouwen op het hofje. Het blijft bij groeten.
Ze wil ook niet meer naar een ander huis en zeker niet naar een verzorgingshuis. Haar huisje is aangepast en ze heeft een alarmknop. Els heeft huishoudelijke hulp, verder doet ze alles nog zelf, ook de medicijnen- inname. Voor de huishoudelijke hulp betaalt ze €19 per maand.
Twee keer per week komt een medewerkster van het RIBW. Ze is daar niet zo tevreden over, want ze vindt dat ze haar niet correct behandelen: ze zeggen vaak als ze iets vraagt: dat doen we niet, omdat anderen meer hulp nodig hebben en zij nog spaargeld heeft. De medewerkers van het RIBW begeleiden haar als ze naar een arts of het ziekenhuis moet. Ze moet wel de reiskosten van de begeleiding naar het ziekenhuis betalen. Ze vindt dat ze wel voldoende inspraak heeft in de zorg.
Haar boodschappen worden door een vrijwilliger van het sociaal wijkteam gedaan. Een andere vrijwilliger gaat voor haar naar de bibliotheek. Ze kookt niet meer zelf, maar eet kant en klaar maaltijden uit de supermarkt.
Els voelt zich vaak eenzaam en verdrietig. Ze heeft heel weinig contact met haar dochters en kleinkinderen. Ze hoopt vaak in de avond dat ze ’s morgens niet meer wakker wordt. 'Het hoeft van mij niet meer.' Voor haar zijn er geen mooie dagen.
Tijdens het gesprek wordt ze ook niet lekker en moeten we haar even een shagje laten draaien en koffie drinken en dan gaat het wel weer.
Ze zegt dat ze van haar financiële zorgen gek is geworden. Ze komt niet meer buiten de deur en vindt dat ze niet zo veel te vertellen heeft,omdat ze niets meer meemaakt.