print
interview

Mien Kappen: 'Ik schaf nu de dingen aan, die ik mogelijk in de toekomst nodig heb, omdat ik het nu nog kan betalen en niet weet of ik dat dan nog kan.'

Mien Kappen
Mien Kappen is 65 jaar, heeft geen kinderen en woont bij Dichterbij in Veghel.
14 oktober 2016

'Vroeger werkte bij IBN Schoonmaak. Verpleeghuis Joachim & Anna in Veghel was mijn vaste werkplek. Vanaf ’98 niet meer; toen kreeg ik gezondheidsproblemen en da’s zo gebleven. Nu doe ik vrijwilligerswerk bij Zorgorganisatie Laverhof, locatie Cunera in Heeswijk-Dinther. Dat is ook ´teruggedrongen´. Ik doe geen rolstoelers meer.

Al bijna 9 jaar woon ik hier in Veghel bij Dichterbij; een zorgaanbieder voor mensen met een verstandelijke beperking. Daarvoor zelfstandig in Heeswijk-Dinther. Daar woonde ik echt helemaal alleen. Ik was aan het vereenzamen daar; had weken dat ik geen mens zag. Eenmaal twee uur per week, voor de rest zag ik niemand. Toen heeft de huisarts er werk van gemaakt en via Dichterbij ben ik hier gekomen.

Het is hier 24-uurs zorg; ik kan altijd iemand bellen. En je woont hier ook niet echt alleen. Niet zo alleen als toen daar. Zelfs ’s nachts kun je bellen. Nou, in Heeswijk-Dinther had ik niemand; ik denk als daar iets gebeurt; ik bel meteen 112. Meteen! En dan kunnen ze wel zeggen: 'Zou je dat wel doen?' Ja, dat doe ik, want ik weet niet wie ik anders zou bellen. Dat was achter elkaar 112 geworden. Dat had ik ook altijd bij de hand liggen.

Een keer heb ik de brandweer gebeld; toen was mijn TV in brand gevlogen. Hier bel ik niet vaak om hulp; nooit. Maar als de begeleiding er niet is, dan vind ik dat niks. Ik ben blij als ik ’s ochtends die deur weer hoor; och ze zijn er weer. Ze komen twee keer per week naar mij, maar ik loop dikwijls naar dat kantoortje. Zit er iemand, dan heb ik een praatje. Dat kon eerst niet; dat ging niet. Ik tref ze niet altijd.

Wat ik ook doe: ik zet mijn vragen op de e-mail of groeps-app. Ik denk: dan kunnen ze kijken wanneer ze tijd hebben en dan krijg ik toch vrij vlug antwoord. Zo hoef ik niet meteen voor iets te bellen naar de begeleiding. Als ik bel, dan heb ik ook echt meteen hulp nodig. Ik heb Zorg Zwaarte Pakket 2; die komen hier nou niet meer binnen. Ik mocht blijven! Ik zat in ‘munne rats’ dat ik eruit moest, ooh… Moet ik weer alleen komen wonen?!

Hier zijn eigenlijk nooit gezamenlijk dingen. Dat vind ik wel jammer. Er wordt niks georganiseerd. Niet als op Cunera, daar hebben ze een kienmiddag, muziekmiddag, sportmiddag. Dan zou ik liever, als ik niks meer…. verder gehandicapt wordt, dan wil ik toch in zo’n huis wonen, want dan zit je hier toch eenzaam. Dat weet de begeleiding hier; als ik echt veel minder kan, dat ik weg wil. Hier wonen niet alleen ouderen. De jongste is toch 20, mijn buurman is 62 of 63. Ik ben de oudste; ik moet hier het voorbeeld geven, maar dat gaat niet lukken. [grap - MS/MD] 

Ik ben goed tevreden met de hulp die ik krijg. Ze helpen me bijvoorbeeld bij het begrijpen van wat er in brieven staat, we hebben gesprekken over de dingen waar ik mee zit. Persoonlijke verzorging, koken en boodschappen doen; daar heb ik geen hulp bij nodig. Medicijnen regel ik ook zelf; bestellen bij apotheek van Rijn, alles.

Voor het zwaardere huishoudelijk werk heb ik gelukkig altijd dezelfde hulp; ook vanuit Dichterbij. Daar ben ik heel tevreden mee. Kon ook iemand van buitenaf zijn, maar ik koos voor huishoudelijke ondersteuning van Dichterbij. Zo heb ik ook niets met de Wmo te maken. Van de begeleiding vertrouw ik ze allemaal; ze hebben een geheimhoudingsplicht.

Ook de vrijwilligers die bij me komen, al vanaf het eerste bezoek af.

Verder krijg ik ook wel eens hulp van familie of buren.

En ik heb ook nog iemand die me helpt met mijn financiën en de belasting invullen. Die kost ook weer geld. Was ik maar koning, dan kon ik alle adviseurs in dienst nemen.

Voor het wonen bij Dichterbij betaal ik een eigen bijdrage; dat is heel m’n uitkering. Ik leef van m’n spaarcenten nou. En dat begint nou aardig te slinken. Dus als die op zijn, dan zit ik met een groot probleem. Dan kom ik dus wel in financiële nood. Eigen bijdrage is al jaren zoveel, dat is niet iets van de laatste tijd. Deze wordt bepaalt door het CAK. Er zijn er die hier wonen, die betalen maar 150 euro eigen bijdrage. Nou, ik heel m’n uitkering. Dat zit hem in het eigen vermogen.

Ik ga nu nooit naar Wmo voor een vergoeding voor een fiets. Als ik die niet kan betalen, dan heb ik pech; dan moet ik het met een oude fiets doen. Mensen verklaarden me voor gek omdat ik zelf een rollator had gekocht; nou, ik wil graag onafhankelijk zijn. Ik schaf nu de dingen aan, die ik mogelijk in de toekomst nodig heb, omdat ik het nu nog kan betalen en niet weet of ik dat dan nog kan.

Ik zat in de lokale klankbordgroep voor Wmo-raad. Daar werd ik niet veel wijzer van, want daar zaten mensen die praatten over bijvoorbeeld een kapotte deurbel, heel andere dingen. Ik ben er daarom mee gestopt.

Ik heb gelukkig nog mijn hobby´s; speel gitaar bij Guitarando in Boekel en zing in het koor van Cunera. Dat laatste heb ik de laatste twee maanden niet gekund door stemproblemen; luchtweginfectie. Daar ga ik op de fiets naar toe. Met de fiets of taxi. Met de regiotaxi of Valys, kan ik overal naartoe. Van de taxi maak ik weinig gebruik, want ik fiets heel wat. Ik ben er trots op dat ik nog vele kilometers fiets.

Als er iets was wat ik kon veranderen in Nederland met betrekking tot de zorg voor ouderen? Meer aandacht voor de mensen! Het wordt langer hoe meer achter die computer. Dat voel ik hier, maar ook bij Cunera. Ik zou willen dat het teruggedraaid werd; dat er weer tijd is voor de begeleiding om koffie met ons te drinken. Dat begeleiding niet steeds wordt weggeroepen voor anderen, waar ze naar toe moeten, terwijl ze bij mij zijn.'

Interview afgenomen op 2 augustus 2016 door Marsja Derks (PvdA-afdeling Uden) en Marja Stevens (PvdA-afdeling Meierijstad)
Foto: Marsja Derks