print
interview

Een groep PvdA-leden volgde jongeren die net van het praktijkonderwijs kwamen. Vonden zij werk? Piet Willems en Han de Kok van de PvdA-afdeling Uden spraken met wethouder Gerrit Overmans, uit Uden.

Gerrit Overmans
wethouder Sociale Zaken, gemeente Uden
01 januari 2015

'Ik ben vanaf 2012 wethouder van wat we in Uden noemen “Sociale zaken”. Ik ben belast met twee dossiers: transitie van AWBZ naar Wmo en de komst van de Participatiewet. Daaronder vallen allerlei zaken als minimabeleid, bijstand, maximaal meedoen, zingeving enzovoorts. Het jaar 2015 is als overgangsjaar voor de transitie van AWBZ naar Wmo gebruikt. Eind dit jaar is de evaluatie.

In zijn algemeenheid voeren wij geen doelgroepenbeleid, ons beleid is op iedereen toepasbaar. Natuurlijk hebben we met de komst van de Participatiewet te maken met de banenafspraak: we moeten in Nederland 125.000 banen creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Daarnaast hebben we vanuit de Participatiewet onze rol om mensen aan het werk te helpen die in de bijstand zitten. Het zijn dus twee groepen. Ten eerste de mensen uit de doelgroep van de 125.000 banen, die een “ziekte” of gebrek hebben - het zijn rotwoorden maar zo is het nu eenmaal gedefinieerd. Ten tweede mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt - níet vanwege een ziekte of gebrek, maar omdat ze zelfstandig niet in staat zijn om aan werk te komen en hun WW- en bijstand-periode hebben gehad. Zij moeten ondersteund worden om weer aan een baan te komen.

Jongeren

De mensen van de Praktijkschool hebben een vak geleerd en komen bijvoorbeeld bij een installatiebureau aan de slag. Zij zijn jeugdig, laag opgeleid. Natuurlijk hebben we te maken met jeugdwerkeloosheid, maar dit gaat in Uden nog best goed. Er is een lage werkeloosheid.

Mensen uit het speciaal voortgezet onderwijs worden rechtstreeks in het doelgroepenregister van het UWV geplaatst. Ze hoeven niet meer langs een loket en hebben geen screening van het UWV nodig. De gemeente kan zien wie erin zit, wat het kijken of er werkgevers zijn met geschikte banen voor deze mensen vergemakkelijkt. Dit gebeurt vanuit het Werkgeversservicepunt. Van hieruit worden de werkgevers benaderd met allerlei arbeidsmarktinstrumenten om banen te creëren. Dat zijn in onze regio 560-570 banen in het reguliere bedrijfsleven en 260 bij de (semi-)overheid. Dus samen ruim 800 banen voor 2016.

We proberen werkgevers te stimuleren deze jongeren in dienst te nemen. Het UWV liet twee jaar geleden in een presentatie alle maatregelen zien die werkgevers voor deze doelgroep konden inzetten, waardoor meer de nadruk op de onmogelijkheden van deze mensen kwam te liggen dan op de mogelijkheden. Benadrukken wat ze kunnen, niet wat ze niet kunnen, is veel beter.

Bedrijven moeten willen zoeken naar mogelijke werkzaamheden. Dit is maatwerk en moet je willen als bedrijf. Als voorbeeld: Jumbo De Laak vindt het leuk om met de mensen uit deze doelgroep te werken. Als ik daar boodschappen doe en geholpen wordt door zo’n jongeman word ik zo vriendelijk geholpen door die knaap. Ik praat met werkgevers over hoe leuk en boeiend het is om met deze doelgroep te werken en niet over de regelingen. Eerst moet je werkgevers intrinsiek motiveren om te werken met deze mensen.

Ik hoop dat deze jongeren allemaal aan de bak komen. Ik hoop dat er aan de werkgeverskant minder kort door de bocht wordt geredeneerd. Er moet veel meer gedaan worden in gesprek met de werkgever om deze intrinsiek te motiveren om met deze doelgroep aan de slag te gaan. Het wordt zo snel een dogma van: ik betaal de boete wel. Er wordt op landelijk niveau gezegd dat werkgevers wel willen, maar ik heb ze hier in een zaaltje gehad. De meesten zeggen: waar heb je het over, nooit van gehoord terwijl anderen die er wel van gehoord hebben liever de kat uit de boom kijken.

Samen kijken naar banen

Ik ben ervan overtuigd dat er in het bedrijfsleven werkzaamheden zijn die blijven liggen, maar waarvoor geen vacatures zijn. Bij de gemeente hebben we een project gehad “wij houden van talent” en hebben hiermee 11 of 12 mensen 6 maanden ‘aan boord’ gehad. Dit heeft in een aantal gevallen geleid tot een reguliere baan. Zij hebben allemaal werkzaamheden gedaan die eerst bleven liggen.

Het bedrijfsleven zou volgens mij geholpen worden als we samen kijken naar mogelijke banen voor deze doelgroep. Al is het maar voor een jaar. De arbeidsconsulenten van het Werkgeversservicepunt werken nauw samen met onze arbeidsconsulenten en het sociale werkbedrijf IBN. Ze nemen ook contact op met de werkgevers. Zij gaan samen op zoek naar werkzaamheden zonder tijdsdruk, eenvoudig uitvoerbaar, waarvoor geen moeilijke machines aangeschaft hoeven te worden. Samen zoeken zij naar de werkzaamheden die blijven liggen. Er zijn allerlei financiële mogelijkheden en ruimtes voor de bedrijven, maar ze zouden op de eerste plaats moeten kijken naar welk werk ze hebben liggen en wat mensen met een beperking kunnen doen. 

Via de IBN neemt de gemeente zelf mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst. Wij delen taken toe aan de IBN waarvoor zij mensen inzetten uit de doelgroep. Deze mensen mochten eerst niet meetellen bij de zogenaamde 125.000 banen, maar er is beweging om dit wel te doen. Het gaat dan om detachering van mensen bijvoorbeeld in de catering, schoonmaak, groenvoorziening of kopieerstraat. De mensen blijven in dienst van de IBN, want de IBN is ingericht om dit soort mensen te begeleiden. We hebben in Uden het plan om voor het beheer van de multifunctionele accommodaties zoals Muzerijk, De Schakel en de Balans mensen in te zetten vanuit de IBN. Deels gefinancierd door de gemeente.

De arbeidsconsulenten van de gemeente zorgen voornamelijk voor de uitstroom van ons bestand via allerlei constructies, zoals een project bij UDI, de Werkontwikkelaar. In de Werkontwikkelaar zitten mensen die uiteindelijk zelfstandig kunnen gaan werken via een project van drie à vier maanden. Zestien mensen zijn hiernaar uitgestroomd. Een andere optie is Chain Logistics, die mensen opleidt, activeert, en uitzet naar zowel voor regulier als aangepast werk.

Er zijn tal van instrumenten die ingezet kunnen worden, zoals een verzekering voor deze doelgroep bij langdurige ziekte. Hier heeft Nederland een jaar over gedaan. Vanaf 1 januari 2016 hebben we een verzekering voor werkgevers om het langdurig verzuim op te vangen. Al zitten er nog haken en ogen aan. Dit moest nog ontwikkeld worden bij de start van de Participatiewet. 

Sociale werkvoorziening

De sociale werkvoorziening was zo gek nog niet vroeger. Deze mensen hadden allemaal een zinvolle (betaalde) dagbesteding en leverden productie: de kwaliteitsproducten van de IBN. Dat betekende waarde van hun eigen leven en ontlasting van het thuisfront. Mensen bleven vroeger in dienst van de werkvoorziening (IBN), ze konden wel gedetacheerd worden bij een bedrijf; individueel of per groep. Dat functioneerde eigenlijk best prima.

Nu met de Participatiewet gaat er nog steeds veel subsidiegeld naar IBN. Ik zie nog steeds weinig uitstroom van deze doelgroep – mensen met een arbeidsbeperking - naar het regulier bedrijfsleven. Vanuit de bijstand gaat het allemaal prima. Maar juist vanuit de doelgroep, mensen met een arbeidsbeperking, gebeurt er heel weinig. Dit komt omdat het vanuit het bedrijfsleven heel moeilijk is om dit soort mensen met deze handicaps aan te nemen. De productie is veelal geoptimaliseerd, wat weinig ruimte biedt voor deze doelgroep. Kijk maar bij de Sligro: het magazijn is volledig geautomatiseerd en er zijn dus weinig mensen nodig. Mevrouw Klijnsma kondigde aan dat er voldoende werkzaamheden in magazijnen waren, ik zeg: kom maar eens kijken in een magazijn daar zie je geen mens meer.

We zijn nu met elf gemeenten eigenaar van de IBN. Als gemeentes eruit stappen, kan de IBN in een sterfhuisconstructie terecht komen. We moeten niet denken dat we alles zelf kunnen. IBN organiseert al jaren op allerlei terreinen werk voor 2500 tot 3000 man. Die hebben een banennetwerk. Ik heb er spijt van dat we niet het Werkgeversservicepunt in de IBN hebben geschoven. Ze zitten nu bij de UWV. Daar zouden ze weg moeten. Ik ga hier nog steeds voor. IBN heeft een uitstekende pers bij het bedrijfsleven.

Geen aparte ontslagbescherming

Ik ben bang dat oudere mensen met een arbeidsbeperking een speelbal worden, zoals iedere werknemer dat kan worden door versoepeling van het ontslagrecht. Als zij in de collectiviteit op straat komen te staan, heeft deze doelgroep geen aparte ontslagbescherming. Daar is in Nederland niets voor geregeld. Zij komen dan thuis te zitten en krijgen de hele cyclus wederom over zich heen. Dat gaat handen vol geld kosten, ook omdat het heel veel kost aan begeleiding, het is te zot voor woorden. Mensen met goede papieren en arbeidservaring komen wel weer aan de slag. Deze doelgroep moeten we weer naar de werkgever brengen. Ik ben bang dat deze doelgroep dan opnieuw weer lang ‘achter de geraniums’ zal zitten.

Integrale aanpak

We gaan in Nederland uit van een integrale aanpak voor een gezin vanuit de Jeugdzorg, Wmo en de Participatiewet. Een probleem met de jeugd kan veroorzaakt worden omdat  pa met beperkingen bijvoorbeeld al jaren thuis zit zonder werk. Een kind uit zo’n kind gezin wordt dan gemeld bij Jeugdzorg, bijvoorbeeld omdat het slecht gaat op school. De conclusie zou kunnen zijn dat als de vader werk heeft dit veel beter zou kunnen zijn voor het gezin. Dan is hij vijf dagen weg en het kind kan op school vertellen waar zijn papa werkt.

Met BrabantZorg denken we aan nieuwe vormen van dagbesteding zodat mensen uit het tehuis of uit het gezin even weg kunnen (bijvoorbeeld naar een zorgboerderij), zodat dit ook de familie ontlast. We gaan steeds breder kijken: wat speelt er in een gezin. Komt de oplossing uit de Jeugdzorg, Wmo of Participatiewet? Die beweging komt op gang, dat zijn credits voor dit kabinet: de integrale aanpak voor een gezin werkt goed.

Vrijwilligers

Wij doen een groot beroep op vrijwilligerswerk. Dit is een macroprobleem. We zetten vrijwilligers op de buslijnen, omdat we niet willen betalen voor openbaar vervoer. Ziekenhuis Bernhoven heeft veel vrijwilligers, BrabantZorg bestaat voor 25% uit vrijwilligers voor activiteitenbegeleiding. Ik zie dat we hierin doorslaan. Waarom nemen we niet enkele mbo-activiteitenbegeleiders in dienst? Als gemeente hebben we buurtuurtjes georganiseerd op verschillende locaties. Vrijwilligers, door de gemeente opgeleid, kunnen mensen helpen met aanvragen waarvoor ze anders op het gemeentehuis moeten zijn. Dat is laagdrempelig. Maar misschien waren dit wel 30 banen, parttime.'

 

Interview gehouden op 24 november 2015 door Piet Willems en Han de Kok
Foto: Werry Crone