print
interview

Jose van den Bogaard uit Nijmegen is na haar pensionering zeer actief mantelzorger geworden, eerst voor haar moeder, daarna ook voor vrienden en familie.

José van den Bogaard
José van den Bogaard is mantelzorger voor vier mensen om haar heen, ze is getrouwd en woont in Nijmegen
25 oktober 2016

José werd geboren in 1948 in Nijmegen. Ze trouwde toen ze 21 jaar oud was met Peter Stal, tot februari 2004 juwelier in Nijmegen. José werkte als medewerkend echtgenote in de eigen onderneming, als secretaresse bij veel mooie bedrijven en organisaties, in veel plaatsen in het land en als docent Nederlands, Duits en computerkunde.

Sinds haar pensioen in 2014 is ze actief mantelzorger: tot voor kort voor haar moeder (inmiddels overleden), nu voor een lieve vriendin Margreet, in een huis van Beschermd Wonen (slechts 2 uur per week), voor de weduwnaar van een lieve vriendin: Dick, 84 jaar oud en beginnend dement, ook in een huis met 24 uur zorg (8 uur per week) en onofficieel voor haar zus, 62 jaar oud (drankverslaafd) en haar ernstig visueel gehandicapte echtgenoot, die samen zelfstandig wonen en geen hulp hebben (haar inzet: zeer wisselend, veelal tenminste 4 uur per week). Vrijheid in het kiezen van de uren is er bij de zus niet, bij de anderen meestal wel. Hulp heeft José nauwelijks bij haar mantelzorgwerk.

De inhoud is veelomvattend: bij Margreet levert ze gezelligheid en signaleert ze naar de broer, de werkelijke mantelzorger, die ver weg woont en zelf ook oud is. Zo af en toe doen ze samen boodschappen zoals het kopen van een bril en gaan ze naar de oogarts of een specialist. Bij Dick is ze doorsneemantelzorger: ze wast zijn steunkousen, koopt kleren, schoenen, ondergoed en alles wat een bewoner in Beschermd Wonen voor zichzelf aanschaffen moet, gaat met hem éénmaal per week uit en bezoekt hem éénmaal per week. Ze regelt zijn medische zaken; is zijn mentor, de contactpersoon naar de financieel verantwoordelijke man en gaat met hem naar de crematie van een vriend en de diploma-uitreiking van zijn kleindochter. Voor haar zus doet ze wat wordt gevraagd: vervoer naar artsen en specialisten, naar supermarkt, brillenwinkel, uitkeringsinstanties, kapper, tandarts, haptonoom en alle instanties waar verslaafden moeten zijn. Ze is een luisterend oor en helpt met de (financiële) administratie.

Ze vindt mantelzorgen niet leuk, maar ze is trouw, geeft niet gauw op en levert geen half werk. José ontspant bij een prettig gesprek, een boek, een film en bij mooie muziek.

De mensen waarvoor ze ´mantelzorgt´ hebben geen betaalde hulp. De steeds groter wordende tegenstellingen in de maatschappij maken dat aan de onderkant steeds meer  zorg moet worden geleverd door vrijwilligers en mantelzorgers. Er zou nog beter moeten worden uitgelegd dat de maatschappij niet zonder deze inzet kan en wil functioneren; dat het niet anders op te lossen is en dat iedereen een handje zou moeten uitsteken. Dat levert misschien meer begrip op bij haar omgeving.

De communicatie in de zorg zou beter kunnen. De regels duidelijker; met name voor Beschermd Wonen en Zorg Thuis zijn ze niet altijd helder en moeilijk op één plaats te vinden. Bij alle bezuinigingen, waarvan zij de noodzaak zeker ziet, is ook de Wet op de Cliëntenparticipatie erg belangrijk; die moet er nu komen. Ze pleit bovendien voor één loket voor vrijwilligers en mantelzorgers en voor vrijwilligersbanen die geen betaalde banen vervangen. Ze hoopt dat al het personeel in de zorg, van hoog tot laag, er weer ´voor wil gaan´ en dat we met z´n allen iedereen ´eigen regie´ en ´waardigheid en trots´ gunnen. Wél moet er gesproken kunnen worden over ´grenzen aan de zorg´  én wat José betreft moet vrijwillige euthanasie met hulp van deskundigen een recht voor een ieder worden.

Intussen is Margreet overleden en helpt José een handje bij de verhuizing van haar 102 jarige tante die naar een Beschermd Wonen plaats verhuist. Haar kinderen wonen in Den Haag.

Interview afgenomen door Mea Verbunt en Wim Hompe op donderdag 15 september 2016.
Foto: Wim Hompe